Is z dus voldoende klein, d.w.z., heeft het driehoekje p, p2 p3 voldoend kleine afmetingen, dan geldt dus: Pi P2 P^Pa P^P. f (z) Beide driehoekjes zijn dus gelijkvormig, waarmede de confor miteit bewezen is. 3. Bepaling der functie. We kiezen voor f (z) een geheele, algebraïsche functie van den tweeden graad waarom, dit zal in 't vervolg blijken zoodat we dus hebben: Co zi2 "4" cl' Z1 "f" c2 Z, Co z22 -f" C1 Z2 "4" C2 Z2 c0 z32 C1 Z3 C2 Z3. De waarden Zj, z2 en z3, ZjZ2 en Z3 zijn bekend. De coëf ficiënten c0, C]en c2 kunnen dus uit bovenstaande drie verge lijkingen berekend worden. Hierna is f (z) bekend en kunnen we dus voor elk punt p„ uit het XY-vlak het correspondeerende punt in 't UV-vlak berekenen, op de wijze als boven is aan gegeven. Het is niet noodig f (z) juist van den tweeden graad te kiezen. Namen we echter f (z) van den eersten graad, dan zouden optreden twee onbekende coëfficiënten c/ en c2, welke moesten voldoen aan de drie vergelijkingen: Deze drie vergelijkingen zouden, slechts dan een oplossing toe laten, als een zeer bijzondere betrekking bestaat tusschen de waarden Zj, Z2, Z3 en zu z2, z3. Het is dus in 't algemeen niet mogelijk, dat f (z) een functie is van den eersten graad. We kunnen, wanneer aan drie punten moet worden aangesloten wel voor f (z) kiezen een algebraïsche functie van de vierde of hoogere graad. We verkrijgen dan ter bepaling van de onbe kende vier of meerdere coëfficiënten, drie vergelijkingen. Meerdere oplossingen zijn dan dus mogelijk; een willekeurige oplossing voldoet. ig Pl P2 P2 P3 P3 Pl Cj' Z\ -j- c2 Z, C1 z2 ~f* C2 Z2 C1z3 f - C2 Z3.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1921 | | pagina 23