In een volgende paragraaf wordt aangegeven, hoe deze hoek-
wijzigingen te berekenen zijn.
J'V 6 V
Na het aanbrengen der correctie komt de lijn pm p„ in den
stand P„) Pn.
Construeer pn) G en Pm P„; G H J_ pm pn.
P
Nu is Vergrooting (V)
Pm P»
G H
Verdraaiing (D) (op een zeer klein bedrag na gelijk
Pm Pn
aan de hoekwaarde in radianten van den hoek G pm H.)
7. Berekening der verdraaiing en vergrooting.
In deze paragraaf beschouwen we de lijnen der figuur in 6
als richtingsgetallen.
sm pm Pm (correctie aan het punt pm, A zm)
Dus pu G Sn Sm.
Zij 1 de modulus en A het argument van pm p„, of pni Pn U-
Gemakkelijk is in te zien, dat
pn G j Pn H I i jHGIi X G- want:
lijn p,n p„ maakt een hoek A met de X-as en lijn pn H ligt in
het verlengde van pm pn- De waarde pn G kunnen we dus ont
staan denken, doordat we in het omkringde figuurtje, waarin
pn H O X, p„ G een hoek A in positieven zin hebben laten
wentelen, wat op hetzelfde neerkomt, als vermenigvuldigen met
een getal, waarvan de modulus 1 is en het argument A. Dit
getal wordt voorgesteld door 1^.
Volgens de vorige paragraaf is:
IpnHJ
1
|P„H| 1V
en D
GH|
1
of
G H 1D.
23
Sn Pn Pn Pn> A zn)-
VziA