Opmerking. B', C' en D'. Men heeft: A, B, C en D zijn de projecties van de punten p1; p2, p3 en p4 op de lijn G H. G' H' is een willekeurige lijn, die den evenwijdigen bundel, welke door de projecteerende lijnen gevormd wordt, resp. snijdt in de punten A', AB A' B' A C A' C' BC 'B' C' enz. In 't volgende wordt van deze eigenschap gebruik gemaakt. Ons doel is graphisch de hoekveranderingen te bepalen. We construeeren hiertoe het net uit de gegevens der meting. Onder stellen we, dat we verder de richting van projectie hebben be rekend en de projectie uitgevoerd, als in de figuur. Dan moet, daar de hoekveranderin gen evenredig zijn met de projecties der overstaande zijden, Dus ook: Pi G G p2 11 25. We verdeelen de lijn p, p2 in' 36 gelijke deelen en geven p[ G een lengte van 11 zulke deelen. De richting van projectie is dus op deze wijze, zonder andere berekening in de figuur te construeeren. Worden alle driehoekszijden geprojecteerd, dan zijn de hoek veranderingen direct in seconden op de lijn Pl p2 af te lezen. Worden de hoekcorrectiën toegepast, dan verkrijgt men de hoeken van 't conform overgebrachte, aangesloten net. A. A. Alferink. 2 6 i—3 3 2 11 25.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1921 | | pagina 30