Onze «Rijksopsporing van Delfstoffen» boorde o.a. te Mazis tot eene diepte van 1417,40 M., op welke diepte eene temperatuur werd geconstateerd van 63,6° C, te Beeringen tot 1405,70 M. (temp. 58° bij 1150 M.), te Baarlo tot 1400 M. (temp. 34° bij 1035 M.), te Ratum tot 1380,40 M. (temp. 50,5° bij 1337 M.), aan het Uitwateringskanaal bij boring n°. 20 tot 1252,50 M. (temp. 50.50), te Woensdrecht tot 1205 M. (temp. 54,3°), te Belfeld tot 1202 M. temp. 58,06°), teOplootot 1149,64 M. (temp. 41,9 bij 1000 M.), te Sevenum tot 1005 M. (temp. 44,7°) en te Buurse tot 917,80 M. (temp. 36,7°). De temperatuur in de boorgaten is in hooge mate afhankelijk van den aard der doorboorde gesteenten; in het OsseggerBruin- kolengebied heeft men slechts 5,2 M. te dalen om de temperatuur i° C te zien rijzen; terwijl daarvoor in de Adalbertischacht, (zilvermijn) te Przibram eene daling van 65 M. noodig is. Ook in hetzelfde boorgat kan dientengevolge de temperatuur vrij on regelmatig toenemen; zoo was te Czuchow tot 300 M. diepte de temperatuurschommeling zeer sterk, van 11001600 M. bedroeg de toename V15 graad C per M., doch bij 1900 M. slechts '/zo graad, daarna gaat de toename weder in sneller tempo. Voor het ge- heele boorgat bedraagt de gemiddelde toename te Czuchow V35,5 graad C per Meter. In de Nederlandsche boorgaten bedraagt de temperatuurtoename gemiddeld V33 graad C per Meter; de geothermische trap is hier dus, zooals in den regel ook elders werd geconstateerd, 33 M. Opvallend is echter, dat in de boorgaten waarin het krijt wordt aangeboord, plotseling eene temperatuurverhooging optreedt van 5 graden (te Oploo) tot 8 graden (te Woensdrecht). Te Oploo had dit plaats op 500 M. diepte, te Woensdrecht op 680 M; blijkbaar is dit te wijten aan de boven in het «krijt» overvloedig optredende bronnen, waarvan het water in verband staat met diepere en dus warmere niveau's. Bij rechtlijnige extrapolatie met een geothermischen dieptetrap van 33 M. zou echter reeds op eene diepte van 50 K.M. eene temperatuur kunnen worden verwacht van 1500° C en bij 66 K.M. diepte van 2000°, zoodat alle aardsche gesteenten waarvan het smeltpunt bij normalen druk is gelegen tusschen 900— 1700° C daar slechts in gesmolten toestand voor zouden kunnen komen; diabaas smelt reeds bij 1 ioo°, graniet van Predazzo bij 1240° 02

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1921 | | pagina 66