63 en lava van den Vesuvius bij 14001500° ongeveer, terwijl bij al deze samengestelde gesteenten minder van een scherp gemar keerd smeltpunt dan wel van een meer of minder groot smelt- interval sprake kan zijn. Wel stijgt het smeltpunt met den druk voor diabaas bijv. 0,025 graad C per atmospheer doch reeds vrij spoedig moet toch de grens zijn bereikt, waarop geen vast gesteente meer moge lijk is en dit dus overgaat in eene taai-vloeibare silicaatbrij of het zoogenaamde magma. Gewichtige factoren hierbij zijn verder de geweldige druk, waaronder de diepere aardlagen verkeeren en de schier eindelooze tijd, dat deze druk heerschtde alzijdige druk in de diepere lagen brengt het boven zijn eigen druk- vastheid belaste gesteente in een latent-plastischen toestand en bij het optreden van grooteren zijdelingschen druk gaat deze latente plasticiteit over in eene actieve. Heim drukt dit kort en bondig uit in zijne uitspraak: «overbelasting maakt deformeerbaar, dislocatie deformeert». Een cylindrisch marmerzuiltje van 40 m.M. hoogte en 20 m.M. doorsnede werd door Adams in 41 uren onder een druk van 20875 K.G. geheel breukloos gedeformeerd tot een tonvorm van 17,3 m.M. hoogte en 28,81 m.M. maximale dikte. Druk alleen veroorzaakt dus reeds de plasticiteit van onder gewone omstandig heden bros gesteente en vermoedelijk begint reeds op een diepte van 1824 K.M. de zone, waar alles latent plastisch is, de «zone of rock flowage» der Amerikaansche geologen. De uitwendige vaste steenschaal drijft of kruit dus als het ware op eene meer of minder plastische laag en zinkt daarin zoover weg, als het drukevenwicht of de «Isostasie» vordert. Reeds in 1855 constateerde Pratt, dat de Himalayaketen niet de volgens de massa van dit gebergte te verwachten afwijking van de richting der zwaartekracht veroorzaakt en de gedachte werd hierdoor gewekt, dat onder hooge gebergten een massa-defect aanwezig zou moeten zijn. Verder kwam men bij de zwaarte krachtsbepalingen tot de verrassende uitkomst, dat op de oceanen ongeveer hetzelfde bedrag voor de zwaartekracht werd geconstateerd als op de continenten, niettegenstaande het soortelijk gewicht van het zeewater slechts ongeveer V3 is van dat der vaste schors. Heim was de eerste, die dit poogde te verklaren door aan te nemen, dat de lichtere lithospheer onder het gebergte eene zeer

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1921 | | pagina 67