7° der dikte van de sedimentlagen, moet de dragende schol nood wendig' dieper in het magma wegzinken. In Noord-Amerika treft ons hetzelfde verschijnsel en wellicht ook tengevolge van dezelfde oorzaken. De streek noordwaarts van de groote meren rijst hier voortdurend, daarbij als het ware draaiende om eene lijn loopende van Astabula in Ohio aan het Eriemeer noordwestwaarts naar Manistee aan het meer van Michigan; oude strandlijnen worden in dit nog steeds rijzende gebied gevonden tot op eene hoogte van 330 Meter. Zoo rijzen ook in West-In dië onze benedenwindsche eilanden van de groep der Kleine Antillen: Curasao, Bonaire en Aruba steeds hooger op uit de wateren der Caraïbische Zee, terwijl daarentegen onze bovenwindsche eilanden: Saba, St. Eustati.us en St. Martin voortdurend, ongeveer 1 Meter per eeuw), dalen en dus bestemd schijnen te zijn om langzaam aan onder den zeespiegel te verdwijnen, tenzij wellicht ook hier de zoo vaak in grootte en richting wisselende tectonische krachten de huidige daling weder in eene rijzing doen verkeeren. Nog is het plateau, dat St. Martin verbindt met Anguilla en het nietige eilandje Dogs slechts weinig onder den zeespiegel gezonken, doch spoedig zullen ook de hoogste toppen der vulkanische resten van den ouden landrug, die in vroegere perioden hier de verbinding daar- stelde tüsschen Noord- en Zuid-Amerika, onder de baren ver zinken. Daarentegen getuigen de op 200 M. hoogte gelegen strandterrassen op den Hieronimo van de belangrijke mate van rijzing, die het eiland Cura9ao in den loop der tijden onderging; de beide oorspronkelijke kernen van dit eiland werden langzaam aan door quartaire kalken verkit en de grot van Ha to, waarin vóór de opheffing van de landengte van Panama de wateren klotsten van den grooten oceaan ligt thans ver binnen de kustlijn. In de bovenaangehaalde gevallen komt de beweging meer in hare verticale componente tot uitdrukking, doch Suesz wees er reeds op, dat, tengevolge van de door de rotatie der aarde op tredende krachten meridionale bergketenen langzamerhand wel licht hunne richting zouden moeten wijzigen, terwijl W. H. Pickering in 1907 in verband met de parallelliteit der kusten de meening uitsprak, dat Amerika een van het Eur-asiatische continent los gescheurd en om de breedte van den Atlantischen Oceaan afgedreven brokstuk zou zijn. Een drietal jaren later

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1921 | | pagina 74