Tach)rseismische verplaatsingen zijn gelukkig in ons
land totnogtoe niet geconstateerd, of wij de langzame horizontale
verschuivingen zullen kunnen aantoonen, hangt in de eerste plaats
af van de nauwkeurigheid onzer primaire driehoeksme
tingen en in de tweede plaats van den tijd, die er tusschen is
verloopen.
Voor eene vergelijking kunnen dan in aanmerking komen de
driehoeken gevormd door den Domtoren te Utrecht (gelegen in
de Groote Slenk), den Lieve Vrouwetoren te Amersfoort en
den Cuneratoren te Rhenen (beide gelegen op of nabij de
horstzone van het Gooi en de Utrechtsche heuvelen) en de
pilaar op het punt Veluwe (Torenberg), van de Utrechtsche
horstzone gescheiden door de Geldersche Vallei. De omstandig
heden zijn hier derhalve gunstig voor eene mogelijke verplaatsing,
terwijl voor de vergelijking ons ten dienste staan de primaire
driehoeksmeting van Krayenhoff en de door een tijdsverloop
van bijna eene eeuw daarvan gescheiden driehoeksmeting der
Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing.
Voor den driehoek AmersfoortRhenenUtrecht hebben wij
volgens de gegevens der Rijkscommissie (Triangulation du Roy-
aume des Pays-Bas, I, A 37):
Amersfoort.
97
Rhenen
Utrecht
47
Krayenhoff heeft hiervoor (Précis Historique, Tabl. I, III, V):
19.965
Amersfoort.
Rhenen
Utrecht
Het verschil in de uitkomsten van beide triangulaties bedraagt
dus voor:
Amersfoort o",i3g.
Rhenen -|- 0,496.
Utrecht 0,356.
81
Station.
Waarneming.
Correctie.
Grootte van
den Hoek.
0
n
0
29
05,172
0,391
97
29
05,563
34
59
36,575
0,511
34
59
36,064
31
18,939
0,670
47
3i
19,609
0,686
0,550
1,236
05,702
35-568
06,032
0,330
33,730
1,838
22,466
2,501
2,228
0,993
i,235