van de huidige verhoudingen tusschen zeestand en bodem zal in de volgende afdeeling van dit artikel blijken. T. POLÊE. Wordt vervolgd DE REKENMACHINE ALS HULPMIDDEL BIJ KADASTRAAL REKENWERK. In zijn artikel: „Hulpmiddelen bij de berekeningen voor het kadaster" (jaargang i q 17 blz. 18 e.v.) vermeldt de heer H. F. van Riel ook de rekenmachine en somt hij op, welke bij het kadaster voorkomende berekeningen geschikt zijn om machinaal te worden verricht. Nu de eerste van rijkswege ten behoeve van den kadastralen dienst aangeschafte rekenmachine eenigen tijd in gebruik is bij de hermeting van Apeldoorn, is het wellicht nuttig een en ander omtrent die machine en de daarmede bereikte resultaten mede te deelen. Vooraf moge gaan een beknopt overzicht van de ont wikkelingsgeschiedenis der rekenmachines. De voornaamste uitvindingen op het gebied van mechanisch re kenen zijn gedaan door: Pascal (1623 1662) en Leibniz (1646 1716). De eerste construeerde zijn optelmachine reeds in 1642; zij leende zich in 't bijzonder voor het samentellen van geldswaarden. Leibniz vond het schakelwerk (tientallen-overbrenging) uit en ver beterde het telwerk; zijn eerste machine, die in 1695 gereed kwam en nog bewaard wordt in de koninklijke bibliotheek te Hannover, was reeds geschikt voor groote vermenigvuldigingen en deelingen. Vermeld mag zeker worden dat de trapsgewijze ingerichte cylinders (staffelwalzen) van Leibniz reeds op dezelfde wijze zijn gecon strueerd als bij de latere steeds meer verbeterde machines van Thomas en Burkhardt. Bij de Leibniz-machine sluit zich die, door Philipp Matthias Hahn te Echterdingen bij Stuttgart in 1770 uitgevonden, aan. Zijn eerste machine, waarbij schakel- en telwerkassen rechtop staan, kwam in 1774 gereed; de vier door hem vervaardigde machines waren de eerste die een werkelijk practisch gebruik mogelijk maakten. Ongeveer dezelfde inrichting 86

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1921 | | pagina 90