Hebben we in vorenstaande beschouwingen getracht uiteen te
zetten waarom we de door ons gewraakte uitlegging van art. 56 I. K.
onjuist achten, we willen thans nog wijzen op 't gevaar waar
aan die opvatting van het voorschrift de daarbij betrokken eigen
dommen blootstelt, op de verwarring waartoe zij aanleiding kan
geven.
Vooraf evenwel moet ons de opmerking uit de pen, dat conse
quente doorvoering van die leer zou moeten leiden tot de ge
volgtrekking, dat ook de tenaamstelling der nieuwe perceelen
geheel in overeenstemming zou moeten zijn met de groepeering
der perceelsgedeelten op de hulpkaart. Dan zou de oeverlijn
naar de oude kadastrale voorstelling als eigendomsgrens moeten
gehandhaafd worden en dus, ondanks de grensregeling, alle van
't oeverland afgeslagen deelen geboekt moeten blijven als eigen
dom van den oeverlandeigenaar en de aanwassen ten name van
den Staat moeten gesteld worden. Doch die consequentie wordt
niet aanvaard en zoo worden onder angstvallige vermijding van
elke omschrijving of aanduiding die op verbetering zou wijzen,
in de tenaamstelling feitelijk alle verbetering aangebracht die
noodig zijn om den kadastralen eigendomstoestand in overeen
stemming te brengen met dien welken de overeenkomst van
grensregeling aanwijst. Deze verandering in de tenaamstelling
wordt geenszins gerechtvaardigd door de gebruikelijke aanhaling
van deel en nummer der overschrijving van de akte van grens
regeling, want de overeenkomst in die akte beschreven houdt geen
ruiling of anderen eigendomsovergang in, zij constateert slechts
een bestaanden toestand; zij geldt niet als titel van aankomst,
zij legt alleen een daad van beheer in geschrifte vast.
Dank zij de inconsequentie van die opvattingen komt de te
naamstelling van de nieuw gevormde perceelen dus ook langs den
weg van verwijzing volgens de hulpkaart, geheel tot haar recht.
Niet alzoo de administratie van alle aan de eigendommen ver
bonden zakelijke rechten, want wanneer eenig bij een grens
regeling of oeverconstateering betrokken oeverland met hypotheek
is bezwaard, kan verwijzing overeenkomstig de voorstelling op
de hulpkaart leiden tot heel onjuiste gevolgtrekkingen. Immers
wanneer van het bezwaarde oeverland in den loop der tijden een
gedeelte is afgeslagen en dit afgeslagen deel, onder vermelding
van zijn oude kadastrale kenmerken wordt opgenomen in eenig
I 10