onze wenschen tot de heel bescheiden maar toch belangrijke in
korting van al. 4 art. 82, die 't bestaan van veranderlijke grenzen
in de kadastrale administratie tot uitdrukking zou brengen en
alle verwarring van rechten zou verhoeden, omdat het vrijwel
ondenkbaar is dat zonder nummerverandering een perceel wordt
versmolten met elementen die er niet in opgenomen mogen worden.
Den vriendelijken lezer die getroffen door ons roepen om een
kadastrale verwijzing zonder vertoon van verbetering, de behulp
zame hand zou willen bieden, mogen we niet verzwijgen dat we
zelf al meermalen hebben overwogen of het in ongenade gevallen
«te groot» en «te klein» rriet ware te vervangen, al naar om
standigheden, door «kleiner door aanwas» (resp. afslag) en «grooter
door aanwas» (resp. afslag) misschien maar kortweg «aanwas»
en «afslag» of wel door «naar rivier» en «uit rivier» en ook
hebben gedacht aan de mogelijkheid om de toepassing van een
vastgeworden riviergrens met de werken die haar veroorzaakten,
in twee tafreelen te doen verschijnen, door bij eersten meting-
staat alleen de verhouding tusschen rivier en oeverland in over
eenstemming te brengen met haar nieuwen toestand en bij tweeden
staat de rivierwerken en opgekomen landen te kadastreeren.
We durven evenwel niet als zeker aannemen, dat die maat
regelen waarvan de laatste niet van bedenkelijke omslachtigheid
is vrij te pleiten, ten aanzien van hypothecaire inschrijvingen
hetzelfde effect zouden hebben als een door den kadastralen
dienst gegeven verbetering van onjuiste voorstelling.
In weerwil van onze bescheidenheid van daareven, zouden we
gaarne een wijziging van 't in art. 58 gegeven perceelsbegrip aan
bevelen. We zagen dat het in sommige gevallen niet past. Erger is
dat het niet in overeenstemming te brengen is met wat in voorafgegane
artikelen onder perceel werd verstaan. Wij althans kunnen ons niet
voorstellen, dat de landmeter, door plaatselijke opneming genoemd
in art. 51, bevoegd zou worden tot het aanbrengen van veran
deringen in de grenzen van 't perceel in art. 58 omschreven of
dat hij, zooals in art. 57 zou liggen opgesloten, het aantal van
die perceelen willekeurig zou kunnen vergrooten. De oorzaak
van deze tegenstrijdigheden is verwaarloozing van 't onderscheid
tusschen het terreinobject zelf en zijn voorstelling in de kadastrale
stukken. Strikt genomen zouden naast deze perceelsbegrippen
nog geplaatst moeten worden dat van het eigendomsperceel en
ii3