meetlijn weder op het terrein uit te bakenen of te meten en de
verplichting om bij zijn werkzaamheden met alle toekomstige
terreinsveranderingen rekening te houden den Landmeter nu een
maal niet kan worden opgelegd.
Onzen beleefden dank aan de Redactie voor de verleende
plaatsruimte, zouden we gaarne vergezeld doen gaan van de
mededeeling dat de zetter onze bedoeling niet heeft weergegeven
toen hij «ook» plaatste in stede van «ons» en «de» voor «een»,
onderscheidenlijk in regel 12 v. o., pag. 94 en in regel 3, pag. 98.
E. Rieuwerts de Vries.
ARTIKEL 99 I. K. 2e EN 3e LID.
«De bewaarder teekent op den Staat N°. 75 aan, op welken
dag deze bij hem inkomt.
Het tijdstip van deze ontvangst wordt aangemerkt als dat van
het ontstaan der nieuwe perceelen. De bewaarder zendt de
metingstukken uiterlijk binnen vijf dagen na de ontvangst aan
den controleur.»
Op 1 Augustus 1918 zijn bovenstaande ministerieele voorschriften
in werking getreden. Het staat nu vast, wanneer nieuwe kada
strale perceelen zijn ontstaan en dus de oude perceelen zijn ver
vallen. Onder de vorige instructies was dit niet bepaald en het
gevolg hiervan was, dat aan de verschillende kantoren hierom
trent verschillende opvattingen bestonden. Het tijdstip der ont
vangst is een bepaald oogenblik. Het schijnt evenwel niet de
bedoeling te zijn te streng op dit oogenblik te letten. Was dat
wel de bedoeling geweest, dan had het eerste lid van het artikel
ook moeten bepalen, dat aangeteekend moest worden op welk
oogenblik de staat inkomt. Nu alleen de dag wordt aangeteekend,
staat alleen vast, dat de nieuwe nummers op dien dag, dus in
den duur van den kantoortijd, zijn ontstaan, waaruit noodwendig
volgt, dat op dien dag ook nog de oude nnmrners hebben bestaan.
Het is in verband met Artikel 37, 2e lid der Wet op het
Notarisambt, luidende: «De gebouwde en ongebouwde eigen
dommen zullen in alle akten, bestemd om in de registers der
ii7