mogelijk is, het voorschrift na te leven. Bepaald onmogelijk zou dit zijn, wanneer de oude nummers niet gebruikt «mochten1» worden, als ze op den dag van het verlijden der akte vervallen zijn. M. i. moet een notaris, die 's morgens of in den loop van den dag een kadastrale inzage neemt, het hem opgegeven nummer veilig dien heelen dah in zijn akten kunnen gebruiken; hij moet niet de kans loopen dat toch de akte nog fout verklaard wordt. Dat de akte, ingevolge de voorschriften, reeds fout moet verklaard worden, wanneer de nummers op den dag vóór het verlijden der akte vervallen zijn, is ook zeer te betreuren. Nooit kan het de bedoeling van Art. 37 N. W. en art. 1219 B. W. zijn geweest, dat het opvolgen van die artikelen door administratieve voor schriften zoo moeilijk zou worden gemaakt. Alleen de notarissen in de plaatsen waar de bewaringen ge vestigd zijn, kunnen op het laatste oogenblik vóór het maken van hun akten de vereischte inzagen nemen; de buitennotarissen zouden eigenlijk steeds verplicht zijn, zich op het laatste oogen blik telegrafisch te doen inlichten. Hierbij in aanmerking nemende, dat telegrammen ook wel eens een paar uur noodig hebben om hun bestemming te bereiken, zou ook die manier van inlichtingen vragen wel eens niet vlug genoeg kunnen werken. Herhaaldelijk hoort men van de zijde der notarissen de m. i. gegronde klacht, dat het vaak niet mogelijk is, steeds op het laatste oogenblik inzage te nemen. Er moet eenige tijd van rustige voorbereiding zijn bij gewichtige handelingen als het maken van akten van hypotheekstelling. Afdoende en de beste oplossing zou het zijn, zvanneer art'. 3J N. W. en art. 1219 B. W. zoodanig tv er den aangevuld, dat: «de notaris geacht wordt de perceelen volgens de schrifturen van het kadaster te hebben opgegeven, wanneer de «nummers bij het verlijden der akte» niet langer dan een week of een maand zijn vervallen.» Tot dergelijke wetswijzigingen komt men niet licht en ,daarom wil ik nagaan of het niet mogelijk is, artikel 99 I. K. zoodanig te wijzigen of aan te vullen, dat in de praktijk het vermelden der kadastrale kenmerken wat gemakkelijker wordt. Wanneer steeds de nieuwe perceelen op een bepaalden dag der week zouden mogen gevormd worden, kon het publiek daarmee rekening houden bij het nemen van de inzagen. Als aangenomen iig

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1922 | | pagina 119