124 dat van evengemeld bedrag eene som van f 150.— gelijkelijk is verdeeld onder alle deelgerechtigden in den gemeentegrond, terwijl bij een nieuwe ver deeling van de overblijvende bouwvelden aan Wongso een ander stuk grond zal worden toegewezen; dat de overige gelden, ten bedrage van 350.—ingevolge eene mede op die vergadering genomen beslissing, voor de helft tot herstel van een desabrug aangewend en voor de andere helft ten name van de gemeente zullen worden belegd in de afdeelingsbank te (Bbl. No. 6811); dat niemand zich tot de commissie heeft gewend om tegen den ver zochten afstand van den grond bezwaren in te brengen; dat de aanvrager reeds in 1904 het perceel heeft doen opmeten en onderhandelingen met de betrokken Inlanders ter zake van den afstand van hun rechten heeft aangeknoopt, doch destijds zich niet in staat achtte de gevraagde schadeloosstelling te betalen; dat met het oog op het sedert die opmeting verstreken tijdsverloop, de Commissie zich er van heeft vergewist, dat de op de teekening van den meetbrief aangegeven steenen merkteekens nog aanwezig zijn en in goeden staat verkeeren, gevende ook overigens de meetbrief den tegenwoordigen toestand van het perceel weer; dat de desa, na den afstand van het perceel, nog over eene voor hare behoeften in de naaste toekomst voldoende te achten uitgestrektheid gronden kan 'beschikken (Bbl. No. 3865); dat van het aangevraagd perceel een strook grond ter breedte van 3 meters langs de aan de Noordzijde van den grond stroomende, bij den irrigatiedienst in onderhoud zijnde waterleiding, benoodigd is voor bedoeld onderhoud en de eventueele verbreeding van die leiding; dat het perceel wel is waar gelegen is in eene bij Koninklijk Besluit voor de uitbreiding der op hoog gezag ingevoerde koffiecultuur gereser veerde streek, doch dat van Bestuurszijde voldoende gewaakt kan worden tegen eventueele onttrekking van koffie en de verplichte levering, zoodat uit dien hoofde geen aanleiding bestaat om, ten einde het planten van koffie op den grond te kunnen verbieden, aan den afstand daarvan met het recht van Opstal de voorkeur te geven; dat het wenschelijk wordt geacht aan den eventueelen verkoop van het daarvoor in aanmerking komend gedeelte van het stuk grond de volgende voorwaarden te verbinden; a. dat het over het perceel loopend gedeelte van het op de teekening van den meetbrief aangeduid voetpad voor het publiekverkeer geopend blijve en evenals het door het perceel stroomend deel der sloot, hetwelk zonder vergunning van het Hoofd van plaatselij kbestuur niet mag worden verlegd, noch het doorstroomingsprofiel beperkt, zoomede de langs den

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1922 | | pagina 124