DE LENGTE VAN DEN METER UITGEDRUKT IN DE GOLFLENGTE VAN DEN ROODEN LICHTSTRAAL VAN CADMIUM. Eeuwen lang reeds werd de behoefte gevoeld om de in het maatschappelijke leven gebruikelijke lengte-eenheid te kunnen toetsen aan eene in de natuur voorkomende constante maat. Reeds in 1661 werd door Christoph Wren voorgeslagen om de lengte van den secondeslinger als maateenheid in te voeren en Pi card kwam tijdens zijne graadmeting tot de overtuiging, dat de door hem geconstrueerde eenvoudige secondeslinger, welke hij «Rayon astronomique» noemde, zeer goed als Normaal- maat te gebruiken zou zijn. Huyghens sloeg voor het lh gedeelte der lengte van den secondeslinger door hem «Pes horarius» genoemd als maat eenheid in te voeren, terwijl Bouguer daarvoor de lengte van den secondeslinger op 450 Breedte en La Condamine de lengte daarvan aan den equator wilde gebruiken. Trouwens het denkbeeld om de lengte van den secondeslinger als maateenheid in te voeren schijnt reeds te stammen uit' het grijs verleden. De oudste Babylonische lengtemaat was de «dubbel-el», die eene lengte had van 992 V3 millimeter.1) Nu wordt de lengte (L) van den secondeslinger voor eene be paalde geographische breedte (B) gevonden door de formule: L 0,990918 |i -f- [0,005310 14] sin2 Bj Meter, waaruit voor eene breedte van 310 volgt: L 992,32 Meter. Het kan dan ook geen verwondering baren, dat de Nationale Vergadering der Fransche Republiek in hare samenkomst van 1790, V. 8 op voorstel van Talleyrand besloot om een einde te maken aan de heerschende verwarring in het stelsel der maten en gewichten en «de faire déterminer, a la latitude de 450, ou toute autre latitude qui pourrait être préférée, la longueur du pendule et en déduire un modèle invariable pour toutes les mesures et pour les poids». 128 J) Prof. C. F. Lehmaiin, Babyloniens Kulturmission einst und jetzt. S. 41.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1922 | | pagina 128