verkiezing onmogelijk zou worden, indien geen enkele candidaat
was opgegeven. De Heer Dogterom acht het tweede gedeelte
van het eerste voorstel zeer aanbevelenswaardig, maar verklaart
tegen het eerste gedeelte te zijn, waarom hij splitsing van het
voorstel in overweging geeft. De voorzitter onderschrijft het
bezwaar van den Heer de Kor ver en acht daarom in ieder
geval aanvulling noodzakelijk. Hij verklaart echter tegen het
voorstel te zijn, ook tegen het tweede gedeelte, daar een candidaat
het wel van het aantal stemmen, waarmede hij gekozen is, kan
laten afhangen of hij de benoeming zal aanvaarden en dus de
gevraagde mededeeling te voren dikwijls niet zal kunnen geven.
Ook de Heer v. d. Deure acht beperking in de keuze onge-
wenscht. De Heer Horstman verzoekt om te voorkomen, dat een
verkiezing bij gebrek aan opgegeven cadidaten onmogelijk zou
worden, het voorstel aldus te amendeeren «welke groslijst alleen
dan op de algemeene vergadering kan worden aangevuld, indien
niet meer dan 2 leden voor elke functie zijn gesteld». Nadat dit
laatste voorstel met 33 tegen 20 verworpen is, wordt ook het
oorspronkelijke voorstel met groote meerderheid verworpen.
Het tweede gedeelte van het voorstel is hiermede tevens van
de baan.
Punt g. De voorzitter bestrijdt dit voorstel, dat een gevolg is
van hetgeen in 't afgeloopen jaar is voorgevallen. Hij wijst erop
dat de overige bestuursleden zelf het best kunnen beoordeelen
of voorziening in een tusschentijdsche vacature wenschelijk of
noodzakelijk is en neemt aan, dat zij in 't algemeen zeer zeker niet
op onvoltalligheid gesteld zullen zijn, daar dit hun meer werk
geeft en hunne verantwoordelijkheid vergroot. Ook achten de
voorstellers zijns inziens het werk en de kosten aan een referen
dum verbonden te gering. Bovendien vindt hij het onjuist dat
een beslissing in handen gelegd wordt van 20 leden of van twee
afdeelingen of juister van de meerderheid in twee afdeelingen.
Hij ziet niet in dat de voorgestelde wijziging gewenscht is, omdat
hij overtuigd is dat ook in de toekomst in soortgelijke gevallen
het bestuur advies zal vragen aan alle afdeelingen en bij onvol
talligheid ook bij ernstige beslissingen overleg met de afdee
lingen zal plegen.
Het voorstel wordt daarna verworpen met 35 tegen 18 stemmen.
'54