van den stand van den zeespiegel kan worden veroorzaakt door
verschillen in luchtdruk en de overheerschende windrichting.
De stand van den kwikbarometer kan op onze kust tot 8 c.M.
afwisselen, wat eene standverandering van den zeespiegel van
1,09 Meter, tengevolge zou moeten hebben, doch wegens de
traagheid van het water is het hoogteverschil in werkelijkheid
geringer.
De invloed van den wind op het niveau der Noordzee kan
worden' onderscheiden in een algemeenen invloed, welke het
water van den Atlantischen Oceaan in de Noordzee stuwt
en de geheele Noordzee derhalve opzet of omgekeerd en in
een localen invloed, waardoor het Noordzeewater van de eene
kust naar de andere wordt gestwd.
Jhr. F. C. Ortt komt in zijne verhandeling: «De Invloed
van Wind- en Luchtdruk op den Zeestand te Helder» tot
de gevolgtrekking, dat de algemeene invloed minstens 6,5 maal
grooter is dan de locale en dat in het geval, dat over het ge
heele Atlantische Oceaangebied absolute windstilte heerschte,
de hoogte van het gemiddelde halftij te Helder vermoedelijk
ongeveer 16 c.M. lager zou zijn dan thans
In de Oostzee kan de stand van den zeespiegel te Memel
vaak 0,5 M. hooger zijn dan te Swinemünde.
Eene jaarlijksche schommeling in den stand van den zeespiegel
wordt verder veroorzaakt door de met de jaargetijden verande
rende temperatuur en het wisselende zoutgehalte van het
zeewater. Wanneer het soortelijk gewicht bij 17,5° C. een dui
zendste, d. i. het zoutgehalte 0,001228 geringer wordt, dan zal
de waterspiegel, om met het buitenwater evenwicht te kunnen
maken, eenduizendste deel van de diepte hooger moeten worden.
Het zoutgehalte van de Noordzee is 3,4 dat bij den Helder
3,02%,2) waardoor de zeespiegel aan den Helder 4 c.M. hooger
staat dan in het midden van de Noordzee. Het zoutgehalte
bij de Lemmer is 0,64%, het water staat dientengevolge hier
13 c.M. hooger dan bij den Helder.
Van meer beteekenis zijn echter de periodieke hoogteverande-
15
Tijdschrift van het Kon. Instituut van Ingenieurs, 1897/8, Blz. 82.
2J J. C. Kamaer. De daling van den Bodem van Nederland. Tijdschr. Kon.
Inst. v. Ing. 1907/8, blz. 35.