ióo
Aan den ingenieur bij de Rijksdriehoeksmeting, C. Bijl te
Delft is met ingang van i Juni 1922 op zijn verzoek eervol
ontslag als zoodanig verleend.
Met ingang van 1 September 1922 is aan de landmeters van
het kadaster A. W. van Ameijden en E. Dijkstra te Utrecht
en H P. J. Persoon te 's-Gravenhage op hun verzoek eervol
ontslag als zoodanig verleend, voor wat betreft den landmeter
Dijkstra met dankbetuiging voor de door hem aan den Lande
bewezen diensten.
Met ingang van 1 Novenber 1922 zijn de adspirant-landmeters
A. G. Wypkema en G. J. Brouwer te Utrecht tijdelijk ver
plaatst naar Arnhem.
Geslaagd zijn voor het propaedeutisch examen A van den
landmeterscursus aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen
(alphabetisch)
J. H. B. van Beukering, A. Govers, H. J. van Groningen,
C. L. G. Heijmel, L. Th. A. Jacobs, W. Poortman en R. J.
de Wit.
Met ingang van 19 September 1922 zijn aangewezen als
candidaat-landmeter
J. W. de Bruijn te Enkhuizen, G. J. Berendsen te Ede, M.
H. Warners te Amsterdam, C. Krombeen te Hansweert, C. C.
J. Hol te Nijmegen, J. W. G. Meerstadt te Zutphen, J. L.
Hoestra te Utrecht, F. Henkei te Ruinerwold, Mej. M. E.
Nottelman te Petten, J. van Ballegooijen te 's-Hertogenbosch.
Met ingang van 1 November 1922 zijn de teekenaars van het
kadaster J. W. van Welsum te Gorinchem en H. Boom te
Winschoten verplaatst naar 's-Hertogenbosch.
Noot van den Redacteur.
Tengevolge van de hooge drukkosten zijn wij gedurende de
laatste jaren genoodzaakt den omvang van ons tijdschrift zeer te
beperken; verschillende bijdragen kunnen daardoor ook niet zoo
spoedig worden opgenomen, als wij wel gaarne hadden gewild.