deze wijze werkten, waarde heeft en ik ben ervan overtuigd dat mijn collega's in de 4de divisie mijn oordeel zullen onderschrijven, dat niet enkele maar het overgroote deel der landmeters, die over practijk te velde beschikken, in staat zijn zonder tijdverlies met het Hütten'sche apparaat duidelijk veldwerk te leveren en dat slechts zeer weinigen daaraan meer tijd besteden dan bij de vroegere werkwijze. Ook voor hen, die gewoon waren ten kantore hun «minuuts-veldwerk uit de veldaanteekeningen samen te stellen, levert het systeem thans dit voordeel op, dat zij tegelijkertijd kopie vervaardigen; ook zij schakelen den teekenaar uit. Aan het kleuren en nummeren van een 20-tal kopieën-veldwerk werd dezer dagen te Zutphen door een teekenaar 4 uren besteed. Voor de volledige vervaardiging zouden naar matige schatting 5 dagen noodig zijn volgens de oude kopiëer-methode. Aangezien «Goerz Kontophot» mij onbekend is, ben ik niet bevoegd een oordeel over dit apparaat uit te spreken. De Heer Boer somt er de voordeelen van op en schrijft o.a. «het kopieert niet alleen van O.-I. inkt, maar met gelijke scherpte van schrijf- inkt, onverschillig van welke kleur», waarop hij dezen zin laat volgen, dien ik zou willen cursiveeren: zelfs van potloodaan- teekeningen, die niet al te Jlauvo zynlevert het vrij dtiidelijke kopieën-». En als ze nu toch al te flauw zijn, zooals dit bijv. bij regen kan voorkomen? Moet dan het veldwerk worden opgewerkt of overgemaakt om een duidelijke kopie te verkrijgen? Bij be vestiging van deze vraag moet ik er de aandacht op vestigen, dat zelfs dan het Hütten'sche apparaat zeer duidelijke kopieën levert en bovendien de minuut door den afdruk in dorso volkomen leesbaar wordt als ze tegen het licht wordt gehouden. Het is verrassend, hoe spoedig een landmeter, die in het veld goed schetsen kan (volgens het oordeel van den Heer de Vos zal dit algemeen het geval zijn, wanneer de cursus te Wageningen voldoende heeft doorgewerkt) met het systeem vertrouwd is. Zelfs van candidaat-landmeters in voor-opleiding heb ik nitstekende resultaten gezien. Ieder, die zonder vooroordeel een ernstige proef neemt en vooral niet met surrogaat-materialen zal hetzelfde ondervinden. Ik herinner daarvoor aan de meening, die op de laatste vergadering der Vereeniging voor K. en L. door een man van ervaring als de Heer Polêe erover werd uitgesproken en die onomwonden het doordruksysteem aan ieder heeft aan- I 6 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1922 | | pagina 162