ringen veroorzaakt door het indrukwekkende verschijnsel der «getijden», doch daarover evenals over het Amsterdamsche Peil en de resultaten der Peilschaalwaarnemingen zullen wij handelen in de volgende afdeeling van dit artikel. Ten bewijze dat het niet alleen de zeestand is, die de hoogte verhouding tusschen den zeespiegel en het vaste land beheerscht, doch dat ook de hoogteveranderingen van den bodem daarbij eene belangrijke rol spelen, zij nog herinnerd aan de volgende feiten. Gelijktijdig dus bij .denzelfden zeestand rijst het noorde lijke deel van Zweden, terwijl Zuid-Zweden daalt, evenals Noordwest-Duitschland en een belangrijk deel van Neder land. Noorwegen rijst (strandterrassen bij Christiania en Trondhjem op 200 M. boven den huidigen zeespiegel), waar schijnlijk als nawerking op de afsmelting van het diluviale in- landijs; ook Groenland rijst en vermoedelijk tengevolge van dezelfde oorzaak, doch de zuidpunt daarvan daalt, zoodat oude strandpalen, waaraan vroeger vaartuigen werden gemeerd, thans onder den zeespiegel zijn gedoken. Schotland ryst (zeeterrassen raised beaches tot op 30 M. hoogte met arctische mo- lusken, o.a. Leda arctica en Pecten groenlandicus). Evenals Zweden als het ware draait om de lijn ongeveer loopende over Solwitsborg,zoo 7ventelt ook het gebied der groote meren op de grens van Canada om de lijn Astabula-Manistee.2) De Oostkust der V. S. van Noord-Amerika daalt. In West- Indië rijzen de eilanden beneden den wind», CuraQao, Bonaire, Aruba, etc., doch de eilanden boven den winddalen. Cen traal-Amerika en de Westkust van Zuid-Amerika rijzen (bij Valparaiso bedraagt de opheffing ongeveer 1000 M.); ook de kusten van de Roode Zee, Achter-Indië en de Oostkust van Nieuw-Zeeland ryzen, de Westkust daarvan echter daalt.3) Over de gansche aarde dus zien wij bij denzelfden zeestand op de eene plaats rijzing en op eene andere daling, wat niet anders verklaard kan worden dan door bewegingen van den bodem. Als voorbeeld van afwisselende daling en rijzing kan gelden de ruine van den Serapis-tempel te Puzzuoli bij Napels. De i6 Zie Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, 1921, blz. 11. 2) Ibidem, 1921, blz. 70. 3) H. Credner, Elemente der Geologie, S. 177.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1922 | | pagina 16