voor zoover die volgens gemeentelijke regelingen aan het grondbezit mochten verbonden zijn, terwijl de grond op straffe van nietigheid der handeling niet mag worden ver vreemd aan niet-Inlanders, tenzij de Gouverneur-Generaal in bijzondere gevallen daarop eene uitzondering toestaat. Tot zoover Polak. Dit Agrarisch-Eigendom wordt door het Kadaster geadmi nistreerd, en kan zooals hiervoren is medegdeeld met toestemming van den Gouverneur-Generaal Westersch-Eigendom worden, hetgeen tevens kan geschieden bij erfenis door kinderen uit ge mengde huwelijken. De eerste manier is dikwijls, zoowel door Europeaan als Vreemde-Oosterling, aangegrepen om Westersch- Eigendom te bemachtigen zonder genoodzaakt te zijn de afkoop som voor eigendom aan het Gouvernement te betalen. Heeft de Inlander eenmaal zijn erfelijk individueel bezit ge converteerd in eigendom (Agrarisch), dan staan hem twee wegen open om hetzelve tot Westersch-eigendom te maken. Hij kan zijn Agrarisch-eigendom overdoen aan het Gouvernement, waar door de grond vrij Staatsdomein wordt en daarna in Westersch- eigendom aanvragen, of wel, hij vraagt toestemming aan den Gouverneur-Generaal om zijn grond te mogen vervreemden aan een Europeaan of Vreemde Oosterling en laat, nadat het perceel eerst op dien persoon is overgeschreven, het later weer op zijn naam overschrijven. In het eerste geval heeft hij eene afkoop som aan het Gouvernement te voldoen, en in het tweede geval heeft hij tweemaal 5 overschrijvingsgelden te betalen, vermeerderd in beide gevallen met de onkosten aan zegel- en legesgelden. In korte trekken zal nog even aangegeven worden op welke wijze het Recht verkregen wordt. (Zie Stbl. 1872 N°. 117). We zullen dan zien, dat de Gouverneur-Generaal met die conversie in Agr. Eigendom geen bemoeienis heeft, alleen wordt namens hem gehandeld door 't Hoofd van Plaatselijk Bestuur. De Inlander, die zijn erfelijk individueel bezitsrecht wil om zetten in Agr. Eigendom richt daartoe een verzoekschrift tot den President van den Landraad, binnen welks gebied de grond ge legen is, onder overlegging van een meetbrief, tot uitwijzing van zijn gebruiksrecht, (art. 1). Dit verzoek kan tevens mondeling gedaan worden, wanneer 23

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1922 | | pagina 23