25
Is de termijn tot het aanteekenen van verzet verstreken en is
er geen verzet gedaan of is het verzet ongegrond verklaard en
heeft het vonnis, waarbij dit geschiedde, kracht van gewijsde
bekomen, dan brengt de President het verzoek in de eerstvolgende
vergadering van den Landraad, die, wanneer alle stukken in orde
bevonden worden, het dadelijk bij een in 't openbaar uit te spreken
vonnis toewijst, (art. 12).
Van dit vonnis wordt door den Griffier van den Landraad
binnen 8 dagen na die uitspraak weer een authentiek afschrift
gezonden aan het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur, waarvan
weer afkondiging in de Desa plaats heeft, zooals hiervoor is
aangegeven, en weer is een tijd van drie maanden gesteld, dat
ook tegen dit vonnis verzet kan worden aangeteekend, doch op
andere gronden of ook door andere personen als de eerste maal.
De zaak dient dan weer opnieuw bij den Landraad op dezelfde
wijze als hiervoor aangegeven, waarna de definitieve toewijzing
of afwijzing bij vonnis plaats heeft. (art. 13).
De Griffier zendt daarna een authentiek afschrift van dit von
nis van toewijzing aan het Hoofd van Plaatselijk Bestuur, dat
onverwijld het noodige verricht om namens den Gouverneur-
Generaal, aan den verzoeker den eigendom af te staan. (art. 14).
Deze stukken zendt het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur aan
den Ambtenaar belast met de inschrijving, teneinde hem in de
gelegenheid te stellen de eigendomsakte op te maken en doet
tevens aan den belanghebbende, die daarbij echter niet behoeft
tegenwoordig te zijn, dag en uur mededeelen, waarop de eigen
dom zal worden afgestaan, (art. 15).
Op dien aangegeven datum verklaart het Hoofd van het PI.
Best. in naam van den Gouverneur-Generaal tegen den Ambte
naar belast met de inschrijving, dat aan den verzoeker den eigen
dom wordt afgestaan van den grond in het vonnis bedoeld onder
de voorwaarden, welke hiervoor bij de inleiding in algemeene trek
ken reeds zijn aangegeven. Van deze verklaring wordt eene akte
opgemaakt en eene grosse aan belanghebbende uitgereikt, (art. 16).
Het zal den lezer opgevallen zijn, welke voorzorgen hier ge
nomen zijn, om benadeeling van derden enz. te voorkomen, en
die we om niet verklaarbare wijze missen bij het uitgeven van
perceelen in Westersch Eigendom, waar gehandeld wordt naar