V OLONT AIRS- LANDMETER. Van de nieuwe opleiding voor landmeter van het kadaster heeft haar beginde werkzaamstelling der volontairs ten kadaster- kantore ter beoordeeling van hun geschiktheid en aanleg, alge- meene instemming gevonden. Haar doel: wering van misschien geleerde, maar om verschillende redenen minder gewenschte elementen, ook vermijding van examendrillen, is door niemand bestreden. In onderstaande regelen worden eenige bezwaren aangegeven, die bij dit instituut blijken te bestaan; bezwaren die vermoedelijk gemakkelijk weg te nemen zijn, doordat zij één grondoorzaak hebben: de voor-opleiding is te lang. Zij is voor het rijk te kostbaar. Aangenomen dat een volontair Vó van den tijd van een landmeter in beslag neemt, dan kost de proeftijd dit jaar, van de 23 niet te plaatsen candidaten (er zijn er 33, voor 10 plaatsen) gedurende de 10 maanden hunner tegen woordigheid, (waarvan 3 bij den kantoordienst) ongeveer12 000, waarbij nog geen rekening is gehouden met de velddagen, die duurder zijn dan de kantoordagen. Die breuk Vö is niet overdreven, bovendien hoe ongeschikter candidaat, hoe grooter waarde ze krijgt. Hun hulp is gering, steeds moet hun belang: «leeren» gaan boven dat van 't rijk, dat zou vorderen 't maken van kopie veldwerk (voor zoover dat nog noodig is) of afschrift reg. 9 enz. Een op lossing dezer moeilijkheid zou kunnen zijn, dat 't rijk een bepaald bedrag vorderde van eiken niet geplaatsten volontair. Op deze 12000 kan bezuinigd worden, behalve (en in hoofd zaak) door de aan het slot van dit stukje te noemen maatregelen door zekere minimum eischen te stellen van behaalde eindexamen- cijfers. Daartegen bestaan bezwaren, zegt men; m.i. kan dat alleen wezen tegen 't vorderen van hooge cijfers. Maar een zes voor wiskunde en Nederlandsch (en natuurkunde en lijnteekenen?) is toch niet overdreveu voor ons wiskundige vak. Het ontbreken van eenige andere voorwaarde tot toelating, dan 't eindexamen H.B.S, typeert wel den tijd van 't ontstaan der opleiding: men dacht niet aan een overvloed van candidaten: 'twas de tijd, toen in den handel veel verdiend werd en toen de ambtenaar een schraal bestaan had. Het laat zich aanzien, dat er weer een periode 27

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1922 | | pagina 27