35 art. 309 t/m. 319 van toepassing zijn, wanneer die schepen de grootte hebben van 10 of meer lasten. De algemeene maatregel van bestuur, waarbij de uitvoering van den eersten en laatsten titel van het Wetboek van Koophandel geregeld wordt, is: het K. B. 21 Juni 1836 Stbl. 41, terwijl bij Min. Res. 15 September 1838, (circ. N°. 615) een instructie is vastgesteld voor de ambtenaren, met de scheepsboekhouding be last, welke instructie voor het grootste gedeelte nog geldt. De boekhouding is opgedragen aan de bewaarders, terwijl weke lijks door hen gegevens worden verstrekt aan den Hoofdbe waarder der Scheepsbewijzen. Met ingang van 1 Januari 1844 is die post vervallen en zijn de daaraan verbonden werkzaam heden opgedragen aan den bewaarder te 's-Gravenhage. Thans is de bewaarder te 's-Gravenhage tevens Hoofdbewaarder der Scheepsbewijzen (organisatiebesluit). Uit de gegevens der bewaringen is een geheel dubbele boek houding aan het hoofdkantoor aangelegd en wordt deze bijge houden. Theoretisch moet de boekhouding aan het hoofdkantoor geheel gelijk zijn aan die van de bewaringen, in de praktijk zullen er verschillen kunnen ontstaan, 't Kan toch gebeuren dat de opgaven, door de bewaarders verstrekt, eens niet of niet goed gecollationneerd zijn of dat door de bewaarders verzuimd is, een of ander op te geven. De wekelijksche afschriften van het dag register en de uittreksels uit de overboekingen zullen wel bijna altijd goed zijn, (St. 66 en 68), 't kan toch gebeuren, dat eens bij vergissing een negatieve staat (N°. 67) is ingezonden. Heel licht kan verzuimd worden aan de hoofdbewaring op te geven, dat er een doorhaling van een inschrijving heeft plaats gehad. In dat geval blijft er aan het hoofdkantoor een inschrijving open staan, die aan de bewaring doorgehaald is en zal dus de door het hoofdkantoor afgegeven verklaring omtrent de bezwaardheid of de verstrekte inzage onjuist zijn. Mij dunkt ook, dat de dubbele boekhouding overbodig is. Voldoende is het m. i., dat men aan het hoofdkantoor kan te weten komen of een bepaald persoon bekend staat aan een der bewaringen als eigenaar van een schip of op wiens naam en onder welk kantoor een bepaald schip teboek staat. Hiervoor zouden keurig in orde moeten zijn: de naamlijsten van de eigenaren en die van de schepen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1922 | | pagina 35