37
Bij de mede voorgestelde aanvulling van art. 570 B. W. worden:
«schepen of aandeelen van schepen» genoemd onder de roerende
goederen, die niet tot den inboedel behooren. Thans behooren
de schepen tot de meubelen of het huisraad, (art. 570 en 571, B.W.)
In de artikelen 310 t/m 318 y. worden neergelegd de begin
selen, volgens welke de regeling der scheepsboekhouding zal
worden getroffen door een algemeenen maatregel van bestuur.
In de beginselen komt eene grondige wijziging.
Thans staat ons scheepsregister open voor:
I. Zeeschepen volgens art. 309.
II. Schepen, die als zeeschepen beschouwd worden volgens
artikel 748;
III. Binnenschepen boven een bepaalde grootte, volgens art. 750.
Deze drie soorten van schepen worden alle op dezelfde wijze
teboekgesteld in één register.
Het ontwerp splitst de schepen, die teboekgesteld kunnen worden
in 4 soorten. (Schepen beneden 50 M3. bruto inhoud kunnen
niet teboekgesteld worden.)
I. Zeeschepen, met uitzondering van visschersschepen.
II. Visschersschepen.
III. Schepen, die overeenkomstig art. 748 als zeeschepen be
schouwd worden.
IV. Binnenschepen.
Het is de bedoeling thans drie afzonderlijke registers aan te
leggen namelijk:
i°. Het Scheepsregister voor Nederlandsche Zeeschepen.
2°. Het register voor Visschersschepen.
3°. Het register voor de onder III en IV genoemde schepen.
1. Het Scheepsregister is het voornaamste.
Art. 314 zegt: «Er wordt onder den naam van scheepsregister
een openbaar register gehouden voor de teboekstelling van Ne
derlandsche schepen en van schepen welke hier te lande worden
gebouwd, metende ten minste 50 M3. bruto-inhoud.
De inrichting van dit register en al wat daarmede in verband
staat, wordt nader geregeld bij algemeenen maatregel van bestuur.»
Volgens art. 310 zijn in art. 314 uitsluitend «zeeschepen» be
doeld, terwijl art. 318 x de artikelen 311 t/m 314 en 318 t. niet
van toepassing verklaart op visschersschepen.