In elk geval moet de zetel van het scheepsbedrijf in Neder
land gevestigd zijn.»
Veel is er gestreden over de rechtsvraag, of een Naamlooze
Vennootschap een nationaliteit kan hebben en de opvatting, die
aan art. 311 ten grondslag ligt, werd lang niet algemeen aan
vaard. Thans heeft de rechtsgeleerde wereld zich voor het
meerendeel bij die opvatting neergelegd en de voorgestelde be
palingen als praktisch aanvaard. (Men zie b.v. de debatten over
dit onderwerp op de juristenvergadering in Maastricht).
Bij de eerste teboekstelling van een zeeschip zal nauwkeurig
moeten worden onderzocht, of volgens de bepalingen van art.
311 het schip als een Nederlandsen schip kan beschouwd worden.
De bewijzen daarvan zullen moeten worden overgelegd en streng
zal de hand gehouden moeten worden aan de gestelde eischen.
De algemeene maatregel van bestuur zal waarschijnlijk de
stukken opnoemen, die overgelegd moeten worden.
Het geboekt zijn in het scheepsregister geeft het recht de
Nederlandsche vlag te voeren, het ingeschreven schip zal de be
scherming van den Nederlandschen Staat genieten, een voor de
uitreis gewaarmerkt afschrift van het scheepsregister, afgegeven
door den ambtenaar, die met de boekhouding van het scheeps
register belast is, kan den dienst doen, »dien nu de zeebrief ver
richt. Zonder een dergelijk afschrift mag dus de vlag niet ge
voerd worden, en is scheepvaart practisch onmogelijk.
Nu er zulke rechten aan het ingeschreven zijn in het register
verbonden zijn, eischt de wet, dat ten duidelijkste blijke, dat het
een nationaal belang is, dat in het schip beschermd wordt.
Geheel anders zijn de eischen, op het oogenblik gesteld om
een zeebrief van den Minister van Landbouw, Handel en Nijver
heid te krijgen. Het uitreiken van den zeebrief is in 't geheel
geen bewijs, dat eenig Nederlander eenig belang heeft bij de
vaart van het schip.
De wet van 28 Mei 1869 Stbl. n°. 96 regelt de afgifte der
zeebrieven en volgens art. 2 dier wet worden zeebrieven afge
geven voor zeeschepen, voor meer dan de helft toebehoorende aan:
<a. Ingezetenen van Nederland.
b. Vennootschappen onder een firma of bij wijze van geld
schieting, gevestigd in Nederland, mits minstens de helft der
vennooten onder de firma of minstens de helft der hoofdelijk
39
