DE SECULAIRE HOOGTEVERANDERINGEN VAN
NEERLANDS BODEM TEN OPZICHTE VAN
DEN MIDDELBAREN ZEESTAND.1)
III.
De Zeestand.
De zee is de moeder van het land; uit de in haren schoot
bezonken sedimenten worden in den loop der tijden zoowel onze
lachende beemden als de majestueuse gebergten opgebouwd der
zich immer verjongende continenten.
De oppervlakte onzer planeet bedraagt ongeveer 510.IO6 K.M2.;
daarvan zijn 149.IO6 K.M2. land en 361.IO6 K.M2. water. De
verhouding der oppervlakten van land en zee is dus als 2,43. 2)
De gemiddelde diepte van den Atlantischen Oceaan bedraagt
3860 M., die van den Indischen Oceaan 3930 M. en die van
de Stille Zuidzee 4100 M.; de gemiddelde diepte van alle
oceanen is 4000 M. en die van de geheele wereldzee ongeveer
3700 M.
De geweldige diepten, die hier en daar zijn gelood, worden
echter niet gevonden in de centra der oceanen, doch aan hunne
kusten, waar de opgeperste gebergten begeleid worden door
reusachtige diepzee slenken met steile hellingen aan de landzijde,
doch met zachter glooiend talud aan den kant van den oceaan.
Het kenmerkende onderscheid tusschen de Stille Zuidzee en
den Atlantischen Oceaan, waarop wij reeds vroeger wezen
het overheerschen van uitingen van «druk« bij de eerste, van
«rek» bij den tweeden treedt ook hierin weder op den voorgrond.
De «vuurring» van den Grooten Oceaan wordt begeleid
De zee is poezie, nooit zwijgen
Haar lippen, uit haar boezem stijgen
De hymnen op vol majesteit.
Diep als de diepe schoot der wat'ren,
Die tegen 't heimig duinzand klat'ren,
Is 't denkbeeld, dat zij om zich spreidt.
h Zie Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, Jaarg. 1921, Blz. 3 etc.
(voor afd. I) en Blz. 61 etc. (voor afd. II.)
2) Dr. O. Krümmel «Handbuch der Ozeanographie»Teil I, S. 147.