4° voor het geheel aansprakelijke vennooten der commanditaire ven nootschap ingezetenen van Nederland zijn. c. Naamlooze vennootschappen van koophandel of vereeni- gingen, die rechtspersoonlijkheid bezitten, beide gevestigd in Nederland en opgericht volgens de aldaar geldende wettelijke voorschriften, mits minstens de helft der bestuurders ingezetenen van Nederland zijn.» Men ziet, dat het ingezetenschap van de helft der eigenaren het criterium is. In den laatsten oorlog zijn herhaaldelijk schepen, die wettig de Nederlandsche vlag konden voeren, door de oorlog voerenden niet als Nederlandsche schepen beschouwd, daar, vaak terecht, beweerd werd, dat de schepen niet aan Nederlanders, maar aan buitenlanders toebehoorden. De gebrekkige regeling van de wet op de zeebrieven was daarvan de oorzaak. In scheepswetgevingen van andere landen b.v. Engeland en Duitschland wordt als eisch voor inboeking gesteld, dat het schip geheel aan nationalen toebehoort. Zoover gaat onze wet nog niet. Sommige vreemde wetgevingen verbieden, dat Naamlooze ven nootschappen, die schepen exploiteeren, aandeelen aan toonder uitgeven. Onze wet bewandelt ook hier den middenweg. Art. 312, luidende: «Schepen, welke hier te lande worden ge bouwd, worden als Nederlandsche schepen beschouwd, zoolang zij niet zijn opgeleverd aan dengene, voor wiens rekening zij worden gebouwd», opent de mogelijkheid, om de schepen, op Nederlandsche werven in aanbouw, in het scheepsregister te doen inschrijven. Daardoor bestaat de gelegenheid, om reeds voor de voltooiing het schip te bezwaren; dit zal de industrie ten goede kunnen komen. Vroeger dan thans heeft een leverancier van grondstoffen voor den bouw van het schip de gelegenheid zijn vordering door scheepshypotheek te dekken. Onder de tegenwoordige regeling mag m. i. een in aanbouw zijnd schip niet te boek gesteld worden, vóórdat het voltooid is. Art. 7 K. B. 21 Juni 1836 bepaalt, dat degene, die een schip heeft doen bouwen, voordat het in de vaart wordt gebracht, het kan doen teboek stellen. Geweigerd moet m.i. worden om thans schepen in aanbouw te doen branden. Het is duidelijk, dat de schepen, volgens art. 312 in het scheeps register geboekt, hieruit moeten verdwijnen, wanneer ze bij de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1922 | | pagina 40