5°
deze Commissie werden behandeld en deze gegevens boden ook
nu geschikt materiaal voor eene toepassing der bijhoudingsvoor-
schriften voor het nieuwe kadaster der gemeente Dieren.
T. Polêe.
HET KADASTRALE VRAAGSTUK IN NEDERL. INDIË.
V.
Agrarische Regelingen.
Alvorens deze beschouwingen te vervolgen zal tot beter begrip
van het reeds verhandelde en hetgeen volgt, in korte trekken
aangegeven worden het verband, dat er bestaat tusschen Neder
land en zijne Koloniën op staatsrechterlijk gebied.
Daartoe dienen we terug te gaan tot het begin der i7de eeuw,
tot de stichting der «Vereenigde Oost-Indische Compagnie» (V.O.C.),
oorspronkelijk een zuiver handelslichaam, dat een soort van mo
nopolie bezat om handel te drijven in het verre Oosten. De Staten-
Generaal der Vereenigde Nederlanden gaven echter aan dat
lichaam 'een meer publiekrechterlijk karakter door uit haar naam
met Indische Grooten contracten te laten sluiten, forten te bouwen,
een leger erop na te houden, een Bestuur samen te stellen, enz.
Zoo onstond het groote Koloniale Rijk en werd Indië in naam
der XVII Provinciën geregeerd tot het begin der XIX eeuw met
zuiver materialistische doeleinden om zooveel mogelijk dividenden
aan de aandeelhouders uit te keeren.
De V. O. C. bleef in stand tot het jaar 1795 en werd later ge
bracht onder het onmiddellijke gezag van den Staat van het Konink
rijk Holland, onder het Bestuur van den Koning.
Daarna kregen we een Engelsch tusschenbestuur van 1811 1814,
waarbij Java kwam te staan onder den Engelschen Gouverneur
Raffles. Bij de conventie van Londen in 1814 werden de Koloniën
weer aan Nederland teruggegeven. De feitelijke overgave had
echter eerst in 1816 plaats.
Ingevolge art. 60 der Grondwet van 1815, luidende: «De Koning
heeft bij uitsluiting het opperbestuur over de volksplantingen en
bezittingen van het Rijk in andere werelddeelen,» berustte zoowel