de wetgevende als de uitvoerende macht bij den Koning, met
uitsluiting dus van de Staten-Generaal.
Zoo was de toestand tot 1848. Na de grondwetsherziening van
1848, waarbij het woordje «bij uitsluiting» werd geschrapt en
door Thorbecke aan art. 60 eene andere uitlegging werd gegeven,
n.m. dat er een groot verschil bestaat tusschen besturen en zvetgeven
kregen de Staten-Generaal allengs meer bemoeienis met de
Koloniale aangelegenheden. De Koning bleef ook volgens deze
grondwet de gewone wetgever, waar de Rijkswet nog niet
regelend was opgetreden.
Ingevolge art. 2 der grondwet 1848 geldt deze niet voor Indië,
ofschoon art. 1 luidt: «Het Koninkrijk der Nederlanden omvat
het grondgebied in Europa benevens de Koloniën en Bezittingen
in andere werelddeelen.» Slechts enkele artikelen der grondwet
geven de richting aan, waarnaar Indië moet geregeerd worden.
Zoo zegt art. 60 2de lid der grondwet: «De reglementen op het
beleid der regeering worden voor Indië door de Wet vastgesteld.»
(Zie Agrarische Regelingen, R.R. art. 62, hiervoren behandeld.)
Dit regeeringsreglement (Wet van 2 September 1854 en de later
daarin aangebrachte aanvullingen en wijzigingen) is als de grondwet
voor Indië te beschouwen. Voor dien had de Gouverneur zich
te houden aan de Instructies van den Koning van 1818, 1827,
1830 en 1836, die als regeeringsreglement te beschouwen waren.
Verder zegt artikel 62: «De wet regelt de wijze van beheer
en de verantwoording der koloniale geldmiddelen.» Hieraan
dankt de Indische comptabilliteitswet van 1864 haar ontstaan en
werd een einde gemaakt aan de geheime behandeling van de
Indische begrooting, die na 1867 in openbare zitting door de
Staten-Generaal werd vastgesteld, waardoor de bemoeienis der
Staten zich tot de kleinste details kan uitstrekken.
Tot 1848 kunnen we in Indië spreken van eene zuivere Staats-
bladenregeering, waarbij de Koning opperste wetgever was. Daarna
hebben we rekening te houden met de grondwet van 1848 en
enkele wetten, die regelende bepalingen bevatten, waarnaast de
Koninklijke besluiten als wet doorgaan, wanneer de wet dien
aangaande nog niet regelend gesproken heeft. Verder worden
zaken, waarover ook geen Koninklijke besluiten regelende bepa
lingen bevatten, geregeld bij Gouvernements besluiten, die den
naam van ordonnantie dragen, indien de Raad van State is ge-
5i