55 Driehoeksmeting. Personeel. Bij den aanvang van 1920 bestond het personeel voor de driehoeks meting uit de volgende personen: de ingenieurs N. Wildeboer c. i.J. Canters c. i.; Cd. H. Bijl c. i.; J. B. de Hulster c. i.; de rekenaars H. Vuurman en mej. R. E. Bongers. Van 23 Juni tot 15 September was als assistent-ingenieur in dienst N. J. Rengers, student aan de Technische Hoogeschool. De ingenieur Bijl was wegens ziekte het geheele jaar buiten dienst. Aan den ingenieur Canters werd op zijn verzoek eervol ontslag uit den dienst der Commissie verleend met ingang van 1 Maart 1920. Primaire driehoeksmeting. Het laatste vel van het tweede deel van „Triangulation du Royaume des Pays Bas" werd afgedrukt, zoodat het voltooide boekwerk in den aanvang van 1921 gereed kwam. Secundaire driehoeksmeting. Ook in 1920 werden slechts door één ploeg terreinwerkzaamheden ver richt. Deze ploeg, onder leiding van den ingenieur de Hulster, vertrok 3 Mei uit Delft en keerde 1 October te Delft terug. Van 23 Juni tot 15 September was hierbij werkzaam de assistent-ingenieur Rengers. Nadat eenige dagen waren besteed om de noodige terreinkennis op te doen, werden richtingsmetingen verricht op de stations: Doezum, Marum, Tolbert, Zwartendijkser Schans, Norg, Peize, Groningen I, Haren (Gr.) I, Vries, Zuidlaren I en Kropswolde. Op de genoemde pnfiten geschiedden tevens de noodige centreerings- metingen, die bij de plaatsing der vastleggingssteenen ook op het punt Eexterveen werden uitgevoerd. Door tijdsomstandigheden was het bezwaarlijk te Zwartendijkser Schans en Eexterveen de gewone steenen R. D. van Zweedsch graniet te plaatsen. Deze werden vervangen door monolieten van stampbeton, gecontroleerd door twee of meer ondergrondsche vastleggingen, eveneens van beton. De berekeningen van de secundaire driehoeksmeting werden voortge zet en coördinaten berekend in stereografische projectie. Voor zoover deze nog ontbraken werden de coördinaten van alle in de groep VeluweUtrecht voorkomende punten berekend. De berekening werd voortgezet voor de groep Zuid Overijssel en Oost Gelderland, en voor de punten van den isten rang in deze groep voltooid. Uitkomsten der driehoeksmeting werden in 1920 beschikbaar gesteld als volgt: Van punten in den omtrek van Almelo ten behoeve van het kadaster;

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1922 | | pagina 55