57 van den eersten rang zoogenaamde centreeringsmetingen uitgevoerd. Deze zijn noodig voor de bepaling van de ligging van de meestal excen trische opstelling van het meetinstrument en van de zoogenaamde vast leggingen (verzekeringsmerken) ten opzichte van het eigenlijke driehoekspunt. In de punten van den tweeden rang worden centreeringsmetingen uit gevoerd ter bepaling van de ligging van vastleggingen. Na voltooiing van de secundaire driehoeksmeting zal het totale aantal der getrianguleerde punten ongeveer 3500 bedragen. Hiervan behooren 180 tot het hoofddriehoeksnet en worden er ongeveer 520 secundaire punten van den eersten rang, terwijl de overige ongeveer 2800 als secun daire punten van den tweeden rang worden bepaald. De richtingsmetingen zijn voor een zeer belangrijk gedeelte des lands voltooid; zij ontbreken nog voor het zuidoostelijk deel der provincie Groningen, voor de noordelijke helft van Drenthe en voor het grootste deel van Friesland, in welke provincie alleen nog maar in het zuidelijk deel metingen werden volbracht. Voor de gedeelten des lands, waar de metingen tot stand kwamen, werd de vereffening dier metingen en de berekening van de coördinaten der driehoekspunten ter hand genomen in verband met de behoeften aan die coördinaten, zooals die door onderscheiden takken van dienst werden kenbaar gemaakt. Aldus ontstond de noodzakelijkheid om achtereenvolgens voor geheel willekeurig over het land verspreide, meest kleine terreinsgedeelten de berekeningen te voltooien. Om dit mogelijk te maken met behoud van een plan voor de vereffeningen, waarbij de meetkundige eischen op den voorgrond blijven, alsook met het oog op het overzicht van het zeer omvangrijke werk, worden de drie hoekspunten ondergebracht in eenige groepen, waarvan de begrenzingen, die grootendeels onder den drang der omstandigheden worden vastgesteld, geen verdere beteekenis hebben. Volgens de voorgestelde plannen van vereffening worden de berekeningen uitgevoerd, eerstens tot zoover als noodig is, om bijzonder verlangde uit komsten beschikbaar te verkrijgen, en verder zooveel mogelijk om den regelmatigen gang in de voltooiing van het werk te bevorderen. De tot nu toe aangenomen groepen met hunne globale begrenzingen zijn de volgende: I. Zuid-Limburg. Limburg bezuiden Sittard. II. Ke7npenland. Driehoek HilvarenbeekOirschot--Luiksgestel, inge sloten in groep IV.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1922 | | pagina 57