bracht coördinaten stelsel de toren oorsprong; de meridiaan door die toren, met de boussole bepaald, als Y-as en men over ging tot de invoering- van een coördinatenstelsel voor het geheele land, voorshands dat der Meetkundige Beschrijving bleek de_ behoefte, de gemeten driehoekspunten met het algemeene drie- hoeksnet in verband te brengen. De landmeter O. Gleuns, die in het noorden van ons land in verschillende gemeenten het kadaster vernieuwde, heeft dit gedaan door een punttransformatie, in die tijd genoemd «parallelle verschuiving», In 1881 en vol gende jaren is zijne methode door de Delftsche hoogleeraar Dr. Ch. M. Schols kritisch onderzocht. Deze gaf op grond van zijne onderzoekingen de voorkeur aan een andere punttransformatie, door hem «conforme overbrenging» gedoopt. Er zou alle reden zijn, aan te nemen, dat na dit grondig onderzoek de verschillende methoden allengs zouden zijn ontwikkeld en algemeen zijn toe gepast. Het tegendeel is waar. Plotseling stopt de toepassing in de praktijk. De reden moet worden gezocht in de invoering in Nederland van de methode der kleinste vierkanten in de lagere geodesie, en wel op de manier zooals zij zich in Pruisen had ontwikkeld. Het Pruisische voorbeeld wordt aanvankelijk slaafs gevolgd. Ook op de ontwikkeling der methode in Holland is van toepassing wat Prof. W. Jordan op de vergadering van den Deutschen Geometerverein in 1891 zeide: »Die Hauptstufen dieser Entwicklung (bedoeld is de methode der kleinste vierkanten) sind in unsrem Falie: Erstens langsames Erlernen und bedetikliches' auffassen, zweitens überschatzen und blindes Vertrauen wie zu einem Universalmittel gegen alle Messungsschaden, drittens ruhige Würdigung und erfolgreicher Gebrauch, welcher sich darin aussert, dass die Fehlerwirkung der Messungselemente schort vor Beginn der Messungen selbst erwogen und die Gesamtanlage und Auswahl der Messungen, danach getroffen wird.» De methode der afzonderlijke puntbepaling komt op, en in den tijd der «Uberschatzung» wordt zij zelfs als alleen-heerscheres toegelaten. Toch is de afzonderlijke puntbepaling niet altijd een 70 Zie Inleiding van W. Jordan, Handbuch der Vermessungskunde, Band I. 6e Aufl. 1910.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1922 | | pagina 70