levering van onroerende goederen en in art. 1232 B. W. voor de borderellen van hypotheken is bepaald. Art. 318/ bevat een afwijking van het algemeen geldend recht voor levering van schuldvorderingen, die niet aan toonder luiden en andere onlichamelijke zaken: volgens art. 668 B. W. geschiedt deze door een akte (authentiek of onderhandsch), waarbij de rechten op die voorwerpen aan een ander worden overge dragen enz. Nu is de vordering, door scheepshypotheek (of door gewone hypotheek) gedekt, beslist een dergelijke zaak. In afwijking nu van art. 668 B. W. bepaalt art. 318/: «Over dracht en verpanding van een door hypotheek verzekerde inschuld, alsmede vestiging en overdracht van vruchtgebruik op zoodanige inschuld, werkt niet tegen derden, tenzij dezen daarmee van elders bekend zijn, zoolang de boeking daarvan in het scheeps register niet heeft plaats gehad. Tot verkrijging van de boeking moet worden overgelegd eene akte, houdende vêrklaring van den eigenaar of gerechtigde en van den verkrijger omtrent de over dracht of vestiging van het recht, of een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, waarbij de boeking wordt bevolen.» Ook hierbij is het positief stelsel gehuldigd. Art. 668 B. W. 2e lid bepaalt, dat ten aanzien van den schuldenaar de overdracht geen gevolg heeft dan na behoorlijke kennisgeving. Tegenover ieder ander werkt ze dus wel. Van de meeste cessies of inpandgevingen van hypothecaire vorderingen heeft dan ook geen aanteekening in het register plaats; het is niet noodig, wanneer de schuldenaar maar behoorlijk kennis krijgt van den overgang (of de inpandgeving). Nog minder vaak zal in 7 vervolg bij hypotheken de aanteekening gevraagd worden, nu de nieuwe tariefwet de aanteekening ook belast. Van scheepshypotheken zal men het wel moeten doen. Het is de uitgesproken bedoeling om de boekhouding zoo vol ledig mogelijk te doen zijn. M. i. zal de bewaarder moeten weigeren aanteekening te doen van cessie van A op B, wanneer A de vordering ook door cessie van C. den oorspronkelijker, schuideischer heeft verkregen en deze overgang niet is aangeteekend. Van den overgang van C. op A. zal dan eerst nog aanteekening moeten plaats hebben. Art. 318 k bevat de voor scheepshypotheek enz., overeenkomstige bepalingen, als in art. 316 voor de eigendomsoverdrachten in 8i

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1922 | | pagina 81