Nederlandsche Koloniën of in het buitenland zijn gemaakt. Ook
hier kan op telegrafisch verzoek van den hoogsten ambtenaar
van het burgerlijk bestuur of van den consulairen ambtenaar
een voorloopige boeking worden gedaan, die binnen 6 maanden
door een definitieve boeking moet worden gevolgd.
Art. 318/ legt de verplichting op, geheel als art. 317, om
binnen 6 maanden na overgang, anders dan door overdracht, van
de door hypotheek verzekerde inschuld, of van het pandrecht of
vruchtgebruik daarop, de rechtsverkrijging in het scheepsregister
te doen boeken. Begrijp ik het nieuw voorgestelde artikel 447bls
W. v. Str. goed, dan is tegen het niet nakomen van deze ver
plichting ook straf bedreigd.
Art. 318 m bepaalt, dat de boekingen, volgens de art. 3182'
t/m 318/ geschieden volgens de voorschriften van den algemeenen
maatregel van bestuur, bedoeld in art. 314. Deze maatregel
regelt ook de doorhaling der inschrijvingen.
Volgens Art. 318 n wordt de rang der hypotheken bepaald
door den dag der inschrijving. Hypotheken, op denzelfden dag
ingeschreven, staan in rang gelijk. Hierbij zijn niet de uitzon
deringendie bij hypotheek op onroerend goed gelden voor den
rang van inschrijvingen, genomen tot zekerheid van onbetaalde
kooppenningen en tot zekerheid van hetgeen deelgenooten aan
een scheiding aan andere deelgenooten schuldig blijven.
Art. 3180 bepaalt, dat de hypotheek mede strekt tot zekerheid
van de rente der hoofdsom over het loopende jaar en de twee
daaraan voorafgaande jaren.
Een groote verb-tering brengt art. 318 p, volgens 't welk de
schuldeischer, wiens inschuld bevoorrecht is of door hypotheek
verzekerd, zijn recht vervolgt op het schip of het aandeel, in
welke handen dit zich ook bevinde, enz.
Thans staat oud art. 316 in den weg aan een behoorlijke ont
wikkeling van het scheepsverbandwezen, daar de rechten van
den geldschieter niet voldoende verzekerd zijn.
Het heeft geen zin meer, dat een schip of scheepsaandeel be
vrijd zou worden van een bevoorrechte ingeschreven inschuld,
wanneer het schip een tijdlang onder een anderen eigenaar heeft
gevaren. Deze heeft zich van het al of niet bestaan van scheeps-
hypotheken op de hoogte kunnen stellen. Deed hij dit niet, dan
moet hij de gevolgen daarvan ondervinden. Voor de binnen-
82