86
en toebehooren aan ingezetenen des Rijks of aan hier te lande
opgerichte en gevestigde vennootschappen, waarvan de hoofdelijk
aansprakelijke vennooten of de bestuurders ingezetenen zijn des
Rijks. De teboekstelling is niet verplicht. Indien zij niet zijn
teboekgesteld. zijn de art. 315, 317318 <5, 318 A-3180, 318 q
318 u en 318 v niet, daarentegen de bepalingen van het Burgerlijk
Wetboek omtrent levering van roerende zaken en omtrent pand,
alsmede art. 2014 van dat wetboek, wèl van toepassing».
Hetzelfde, w*it bij de visschersschepen is opgemerkt, kan hier
geconstateerd worden. Vele van dergelijke schepen zijn ook thans
niet teboekgesteld. De behoefte doet zich eerst gevoelen, wanneer
er een verband op moet gelegd worden. Dan wordt een ver
klaring van eigendom ingeleverd en het schip gebrand, terwijl
het tot dien tijd tijd, in strijd met de wet, bij levering als een
gewone roerende zaak is behandeld.
Ihans stelt het wetsontwerp de boeking in het afzonderlijk
register niet verplicht. Is het schip evenwel éénmaal ingeschreven,
dan is alles van toepassing omtrent levering en bezwaring, wat
voor de zeeschepen is bepaald. Ook hier is een minimum bruto-
inhoud van 50 M3. vereischt. Bij de inschrijving in het register
zal moeten nagegaan worden of de eigenaar ingezetene is.
Deze bepaling bestaat niet bij de visschersschepen.
De nationaliteitsbepalingen zijn niet vantoepassing, evenmin
als bij de visschersschepen; ook niet de bepaling van art. 316
omtrent voorloopige boeking na verkoop of bezwaring in 't buiten
land of in eene Nederlandsche Kolonie.
Wèl van toepassing is de bepaling van art. 318 p, dat de
schuldeischer, wiens inschuld bevoorrecht of door hypotheek ver
zekerd is, zijn recht vervolgt op het schip of het scheepsaandeel,
in welke handen dit zich ook bevindt.
Voor de binnenschepen, die met de binnenschepen, die als zee
schepen beschouwd worden, gezamenlijk in één register zullen worden
ondergebracht, zal de teboekstelling ook niet verplicht zijn. Een
maal ingeschreven in het register moeten levering en bezwaring
geheel geschieden als bij de zeeschepen. De volgende wijziging
in art. 750 wordt voorgesteld:
De aanhef en het bepaalde onder 1®, 4® en 3®, worden ver-
vangen door het volgende: «De voorschriften van den eersten