9°
schepen in een der nieuwe registers zullen worden overgenomen,
wanneer belanghebbenden daartoe aan den bewaarder inleveren
een eenvoudig verzoek, vergezeld van de bewijzen, dat voor de
zeeschepen aan art. 311 en voor de binnenschepen aan art.
748-2e lid is voldaan. (Nederlanderschap of ingezetenschap der
eigenaren). Voor de zeeschepen zal aan een dergelijk voorschrift
vlot worden voldaan, daar het afschrift van het register den dienst
van zeebrief zal doen en dus onmisbaar is. Om van de andere
schepen de reeds teboekgestelde te kunnen overboeken, zou een
eenvoudige scheepstelling kunnen dienen. Ieder schipper worde
verplicht, op een bepaalden dag een opgaaf in te vullen omtrent
het schip, dat hij bevaart. Naam en domicilie van den eigenaar
(zoo mogelijk met datum van geboorte), naam, soort en grootte
van het schip en mededeeling of dit al of niet is teboekgesteld
en zoo ja, waar en hoe.
Blijken de opgaven omtrent een teboekgesteld schip juist, dan
kan dit worden overgebracht met de erop rustende verbanden.
Aan de bepalingen omtrent de teboekstelling worde bekendheid
gegeven in voor de eenvoudige schippers duidelijke taal; er worde
gewezen op de voordeden van de teboekstelling en men make
het den schippers gedurende een bepaalden tijd gemakkelijk, hun
schip te doen teboekstellen, door b.v. een verminderd tarief voor
de fnerking van het schip vast te stellen.
Na de inrichting der registers aan de bewaringen zal moeten
volgen: het inrichten van een centraal bureau. Reeds eerder
merkte ik op, dat het m. i. voldoende is, wanneer dit centraal
bureau de belanghebbenden kan verwijzen naar het kantoor, waar
zij de gewenschte inlichtingen kunnen krijgen. Het inrichten
van een geheel dubbele boekhouding lijkt nu thans zeker on-
noodig.
Als de persoonsnaamkaarten en de scheepsnaamkaarten aan
het centraal bureau maar in de puntjes bijgehouden zijn, kan dit
zijn dienst verrichten. De vermelding van den datum van ge
boorte van de verkrijgers is daarvoor van het grootste belang.
(Bij vennootschappen kunnen hiervoor andere gegevens in de
plaats komen).
De persoonsnaamkaarten kunnen ook aan het centraal bureau
voor de drie registers gezamenlijk dienen, de scheepsnaamkaarten
kunnen het beste voor de drie registers afzonderlijk ingericht