93 zouden we kunnen gelooven dat zij werd ingegeven door den wensch om 't Kadaster, zooal niet te zuiveren van blaam of te verlossen van 't hem, althans in vroegere tijden, wel eens spreek woordelijk opgelegde odium van ongeloofwaardigheid, dan toch voor den vervolge te behoeden tegen 't gevaar, dat een bewijs voor de gegrondheid van wat haar ten laste wordt gelegd, worde geput uit door die instelling zelve, officieel afgelegde verklaringen en misschien ook door 't verlangen om rust te schenken aan 't gemoed van sommige wat fiscaal gevoeligen, die op 't zien van 't woord «Redres», meer nog dan door de vrees dat buiten staanders zulks ten onrechte zouden aanzien voor een erkenning van schuld, zich onbehaaglijk voelden door de gedachte aan de mogelijkheid dat (ambtelijk) de hand werd geleend tot de vol trekking van een niet openlijk geconstateerden eigendomsovergang. Denken wij terug aan de tijden waarin wij onze kadastrale ervaringen opdeden, en stellen wij ons dan nog eens voor den geest hoe toen die «verzwegen eigendomsovergangen» hebben gespookt om de schrijf- of teekentafel van de uitverkorenen, die geroepen waren om met hunne handteekening het werk der landmeters kadastraal leven te schenken, dan achten wij 't vol strekt niet gewaagd te onderstellen, dat het «voorwendsel» en de «misslagen» waarvan 't meergenoemde artikel spreekt, ver band houden met wat wij uit het verleden hier naar voren brachten. Wij gelooven daarom, dat aan de kadastrale voorschriften grootelijks onrecht wordt aangedaan door haar, met de in den aanhef genoemde averechtsGhe uitlegging van art. 56, een star exclusivisme in de schoenen te schuiven en wij zijn er dan ook en zulks mede op grond van andere bepalingen der kadastrale «Instructie» van overtuigd, dat de ontwerper van dit voorschrift, door «verbetering» als «voorwendsel» uit te schakelen, niettemin een open oog heeft gehouden voor de mogelijkheid, dat een werkelijke misslag kan ontdekt worden en voor den eisch, dat in zoodanig geval verbetering niet uitgesloten mag zijn. Vatten we het hier besproken voorschrift in dezen geest op, dan zien we ons de verplichting, om ook bij het kadastreeren van veranderingen langs openbare rivieren, het begrip of het woord «verbeteren» in den ban te doen, niet opgelegd. Ten aan zien toch van deze eigendommen valt er aan de kadastrale kaart te allen tijde te verbeteren zooal niet «misslag» dan toch

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1922 | | pagina 93