97 Gesteld eens de onderstelling is heusch niet gewaagd en de omstandigheden waaronder wij haar willen laten optreden zijn het evenmin bij de opneming van een terreinsverandering zooals we bespraken, blijkt dat er in de rivier, op eenigen afstand van den oever en geheel afgescheiden daarvan, een plaat of eilandje ligt waarvan de kadastrale kaart zwijgt. Dan wordt die plaat natuurlijk mee opgemeten en in kaart gebracht en als dan de vorige grens van het oeverlandperceel (blauwe lijn), op de hulpkaart tusschen de nieuwe grens en de plaat ligt, moet naar deze voorstelling die plaat (of haar perceel nummer) worden verwezen als afkomstig uit de rivier. En toch mag dit niet maar zonder meer als waar aangenomen worden, 't Is heelemaal niet onmogelijk dat die plaat deel uitmaakt van aanwas die zich na de vorige kadastrale opmeting aan 't oeverland had gevormd en die weer zoover is weggespoeld dat alleen de plaat overbleef, fs zulks werkelijk 't geval en is de plaat in overeenstemming met hare wijze van ontstaan, eigendom van en in bezit bij den eigenaar van 't oeverland, hoe komen we dan aan een juiste verwijzing, als de over verbetering uitgesproken ban ook hier van kracht zou zijn? Ook andere verhoudingen, die in 't kadastrale systeem van verwijzing niet passen, kunnen in 't onderwerpelijke geval voor komen. De voor 't eerst op 't plan verschijnende plaat kan ge deeltelijk of ook geheel, landwaarts liggen van de rivierwaartsche grens van 't oude kadastrale oeverlandperceel. Volgens de hulpkaart zou dan die plaat schijnen voort te komen uit het oeverland, wat toch ten eenenmale in strijd zou kunnen zijn met de werkelijk heid, omdat een beroep op de geschiedenis zou kunnen leeren, dat het oeverland sedert zijn vorige kadastreering, die heel diep in 't verleden kan teruggaan immers we treffen tal van kadastrale bladen aan die den rivieroever nog voorstĂȘllen zooals hij bij de primitieve kadastrale meting werd opgenomen, vooreen groot deel is weggespoeld en tot rivier is geworden en dat daarna in dat deel van 't rivierbed een plaat is ontstaan. Die plaat is dan een zelf standig uit de rivier opgekomen eigendomsobject dat aan den Staat behoort, en 't zou ten eenenmale in strijd met de waarheid zijn gehandeld als in de boekhouding op den grondeigendom en de zakelijke rechten, werd verklaard dat bedoeld Staatseigendom zou zijn ontstaan uit een aan particulieren behoorend oeverlandperceel.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1922 | | pagina 97