g8
Alweer de vraag wie helpt ons hier aan een correcte verwijzing
waarbij verbetering uitgesloten zou zijn.
We kunnen nog wijzen op de derde constellatie van belangen,
even als de andere aan de praktijk ontleend.
Het Rijk, in dezen vertegenwoordigd door het Waterstaatsbe
stuur, koopt voor rivierbelangen een meer of minder breede strook
van een oeverlandperceel. Ter wille van dien eigendomsoverdracht
wordt een akte opgemaakt, waarin heel terecht natuurlijk
het object der transactie wordt omschreven als een aan de rivier
grenzend deel van 't met zijn kadastraal nummer aangeduide
oeverlandperceel, 't Kadaster meet en kaarteert en ontdekt dan
dat het verkochte deel geheel en al, vlot en vrij, in de kadastrale
rivier zwemt, d. w. z. dat het op de hulpkaart rivierwaarts ligt
van de kadastrale oeverlijn, omdat het feitelijk is een deel van
een in den loop der tijden aan 't oorspronkelijk gekadastreerde
perceel ontstanen aanwas, welke niet als zoodanig in de kadastrale
bescheiden werd opgenomen. Moeten we dan bij hoog en bij
laag volhouden, dat het in de akte bedoelde terrein niet tot het
oeverland heeft behoord, dat er dus eigenlijk niets is verkocht
en de heele akte en alles wat tot haar bestaan aanleiding gaf,
van onwaarde is of verklaard moet worden, of zullen we moeten
erkennen dat er hier iets aan de kadastrale kaart haperde, dat
al werd er geen fout begaan, er toch iets te verbeteren valt?
E. Rieuwerts de Vries.
(Wordt vervolgd.)
DE VEREENIG1NG «GEODESIE» TE WAGENINGEN.
Sedert 1905 bestond reeds te Wageningen de vereeniging
«Studiebelangen», welke vereeniging zich ten doel stelt de
belangen van alle studenten op het gebied van de studie te be
hartigen, o.a. door het in overleg treden met autoriteiten in
zake studie-belangen; door het doen houden van voordrachten
over alle onderwerpen in het belang der studeerenden; door het
geven van inlichtingen omtrent de studie aan buitenstaanden;
door het houden van excursies der leden.
Tengevolge van de uiteenloopende belangen van de verschil
lende studierichtingen is de vereeniging in 5 afdeelingen ge
splitst, waarvan de laatste afdeeling noodzakelijk werd, toen de