99
«Landmeterscursus» aan de Landbouw-Hoogeschool werd
verbonden.
Deze afdeeling, de vereeniging «Geodesie», werd opgericht
den 2 2en October 1919; als eerste voorzitter trad op de heer
J. W. Degenhart.
Daar de leden der vereeniging nog vreemd stonden tegenover
de Wageningsche studietoestanden, moest de eerste tijd worden
besteed aan de noodzakelijke oriënteering, terwijl het nieuwe der
opleiding moeielijkheden medebracht, waardoor naar verschillende
zijden moest worden geplooid.
In 1920 traden als leden van het bestuur op de heeren: W.
van Riessen, J. F. Ilsen en F. Harkink, waarvan de eerste
als voorzitter; dit drietal werd ook in April 1921 in hun functies
herkozen. De bemoeiingen van dit bestuur betroffen o. a. de
examenregeling voor adspirant- en candidaat-landmeters, de
toelage en het collegegeld, terwijl pogingen werden aange
wend om sprekers te vinden tot het houden van voordrachten
voor de vereeniging. In Februari 1922 werd de heer van
Leusen, Inspecteur der Nederlandsche Heidemaatschappij bereid
bevonden voor de vereeniging eene voordracht te houden over
«Ruilverkaveling»; de belangstelling was groot en deze eerste
lezing van «Geodesie» was een succes te noemen.
Tengevolge van eenige wijziging in de organisatie van de
vereeniging «Studiebelangen» werd «Geodesie» zelfstandiger en
nam toe in kracht, mede door toename van het aantal leden,
dat in October 1921 veertig bedroeg, zoodat «Geodesie» thans
een der krachtigste afdeelingen van «Studiebelangen» is geworden.
Sedert 9 Maart 1922 zijn leden van het bestuur: F. Schuur
man, Voorzitter, W. A. van der Werff, Secretaris, L. Th. A.
Jacobs, Pen n ingm eest er.
Moge de jeugdige vereeniging voortgaan op den ingeslagen
weg; dat zij groeie en bloeie. Potttr
RUIL VERKAVELING.
Teneinde de leden der hoofdafdeeling «Ruilverkaveling» der
Nederlandsche Heidemaatschappij in staat te stellen, zich door
eigen aanschouwing een oordeel te vormen over hetgeen op het
gebied van ruilverkaveling in de Rijnprovincie werd tot stand