richting gekozen, al metende in P i wordt de X-as op verren
afstand door een scherp in te stellen voorwerp aangegeven. Het
is noodig, dat de punten N en O met zorg in de respectieve
assen gesteld worden, hun afstand tot P i en ook hunne ligging
op het positief of negatief gedeelte der assen worden geregeld
naar de terreinsomstandigheden en den afstand der te viseeren
punten. Na uit de waarnemingen in P i, O en N de richtings-
coëfficienten a en b vastgesteld te hebben, berekene men X
en Y benevens de middelbare fouten op de in II aangegeven
wijze. Daar de Y-as op het terrein zichtbaar is wordt Y op
die as met inachtneming van het teeken afgemeten en naar links
of rechts, al naar gelang van het teeken, X loodrecht uit
gezet, waarmede de plaats van P op het terrein is gevonden.
Ten slotte wordt nog opgemerkt dat indien in de gevallen II
en III de correctie van P i wat groot uitvalt, het nieuwe punt
als P i te beschouwen is en het werk herhaald moet worden.
Roborgh.
KADASTER-THEODOLIETEN MET ELECTRISCHE
BELICHTING DER AFLEESMICROSCOPEN EN
GEELFILTER.
Tengevolge van de boschrijkheid van een belangrijk gedeelte
van het op te nemen terrein moest de driehoeksmeting der ge
meente Apeldoorn hoofdzakelijk worden uitgevoerd in de winter
maanden der jaren 19181920.
Uit den aard der zaak zijn in den winter betrekkelijk weinig
dagen gunstig voor deze werkzaamheden en daar bij de kadastrale
opnemingen in den regel niet kan worden gewacht op beslist
gunstige weersomstandigheden, moest op misschien wel 75 °/0 der
opnemingsdagen worden gewerkt onder minder gunstige om
standigheden.
Is het weer overigens gunstig voor den veldarbeid, dan komt
het nog dikwijls voor, dat de aflezing der microscopen ten zeerste
wordt bemoeielijkt ten gevolge van onvoldoende of eenzijdige
verlichting, zooals bijv. bij standplaatsen op torens, langs bosch-
randen of bij polygoneering langs donkere lanen, waarbij dan
ook nog kan komen, dat tengevolge van lichten nevel of den
TOO