Die kaarten zijn ook niet altijd bij; wel wat de eigendoms- grenzen en huizen aangaat, veranderingen daaraan worden vlug en geregeld gemeten en gekaarteerd, maar niet wat de cultuur grenzen aangaat. Bij het gebruikmaken van de kaarten dient men er terdege rekening mede te houden, dat de bijhouding van de wijzigingen op het terrein in laatstgenoemde grenzen meer malen wordt nagelaten uit tijdsgebrek en ook om het aantal perceelen niet noodeloos te vergrooten. Die kaarten zijn ook niet ingericht naar de eischen des tijds, alle grenzen zijn daarop in dezelfde zwarte lijn getrokken, men kan niet onderscheiden, welke eigendomsgrenzen zijn en welke niet. Dat laatste kan wel anders, wanneer maar de belang hebbenden als eigenaren, gemeente- en landbouwbesturen, notarissen e. a. er zelf op aandringen, dat daarin verandering komt, want het is bij het kadaster al net als overal, iedereen heeft het druk met het geregelde werk en niemand voert nieuwigheden in, die extra arbeid meebrengen, als er geen drang van buiten wordt uitgeoefend. Toch zijn die kaarten het meest waardevolle bezit, de onmisbare en bij verloren gaan door niets te vervangen grondslag van het grondcrediet, zooals bij voortlezen een ieder duidelijk zal worden. Ten behoeve van de boekhouding wordt elke kadastrale ge meente beschouwd als te vormen één afzonderlijk geheel, zij is overigens verdeeld in secties, deze weer naar de behoefte in een of meer bladen en de perceelen zijn op die bladen sectiesgewijs genommerd. De boekhouding, in hoofdtrekken ruw geschetst, beschikt over drie registers n.l. den legger waarin elk eigenaar zijn artikel heeft waarop zijn perceelnommers voorkomen, een perceelenregister verwijzende naar de leggerartikelen en een naamlijst der eigenaren voor hetzelfde doel. Op welke wijze beantwoordt nu die instelling aan haar be stemming hiervoor omschreven van te waarborgen den eigendom van onroerend goed? Bij de invoering van het kadaster op 10 Juli 1833 (zie Staatsct. 129)x) berustte de tenaamstelling in de leggers alleen nog maar io3 x) de Vos, blz. 59.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1923 | | pagina 103