Toen ik straks zei, dat het kadasterbeheer niets doet om het
kwaad te keeren, was dat geloof ik niet geheel billijk, want nadat
het een vijf en twintig jaar lang eerst de kat uit den boom heeft
gekeken, heeft het niet zoo heel lang geleden toegestaan, dat een
proefhermeting zou worden verricht, die met bekwamen spoed
is gereed gekomen en waarvan wordt verwacht, dat de bijhouding
daarin betrouwbare gegevens voor den eigendom en voor de
grenzen van den eigendom zal kunnen leveren.
De kaarten van die hermeting zijn, hoopt men, zoo ingericht,
dat de daaraan ontleende k. a. niet alleen de ligging van het
onderwerp der overeenkomst zal aanwijzen maar ook alle grenzen
en met zoodanige zekerheid, dat aan het kadaster wettelijke be
wijskracht voor die grenzen zal kunnen worden toegekend.
Op die kaarten zijn daartoe alleen de eigendomsperceelen en
de eigendomscomplexen van perceelen genommerd; de samen
steller der k. a. kan zich, van die nommering gebruik makende,
nu niet jneer vergissen, die k. a. zal altijd geheele nommers be
treffen, waarvan alle grenzen reeds als eigendomsgrenzen kadastraal
zijn vastgelegd of een gedeeltelijk nommer en dan moet de land
meter, volgens de voorschriften, naar het terrein om ook de nieuwe
eigendomsgrens kadastraal vast te leggen.
Op die kaarten mogen als grenzen der perceelnonimers dus
beslist geen andere voorkomen dan dezulkewelke werkelijk eigen
domsgrenzen zijn.
Het is echter onmogelijk kaarten te maken, bruikbare kaarten
tenminste, welke aan dien eisch voldoen, Provinciale-, Gemeente-,
en Sectiegrenzen kunnen op die kaarten niet gemist worden en
zijn lang niet altijd tegelijk ook eigendomsgrenzenten behoeve
van de schatting zullen bij groot-grondbezit de eigendomscomplexen
in economische eenheden worden gesplitst en genommerd en
wanneer het voor de schatting wenschelijk is dit meer algemeen
te doen dan bestaat daartegen geen bezwaar zegt de Commissie
van Reorganisatie in haar verslag ie ged. blz. 14.
Het lijkt er naar, dat er dan straks ook wel geen bezwaar in
zal worden gevonden om wanneer twee aan elkaar grenzende
eigendomsperceelen in een hand komen de tusschenliggende grens
maar op de kaart te laten bestaan, ofschoon ze dan geen eigen
domsgrens meer zal zijn. Te eerder is dat te verwachten, omdat
een vereeniging als bedoeld, in zijn gevolg, dikwijls na zich zal
111