Het lijkt mij toe, dat er geen bezwaar kan zijn, ook in de
andere gemeenten zoo te handelen, althans met dat stelsel in een
dier gemeenten een proef te laten nemen, daarin alle grenzen,
welke geen eigendomsgrenzen zijn op de kadastrale kaarten in
stippellijnen te laten trekken en bij afzonderlijken overgang van
een geheel perceel, geheel of gedeeltelijk door stippellijnen inge
sloten, de nieuwe eigendomsgrenzen te velde te laten aanwijzen,
deze op te meten en daarna op die kaarten in volle zwarte lijnen
te kaarteeren en de stippellijnen te radeeren, onverschillig of die
al of niet met de volle lijnen overeenkomen. Rectificatie kon
daarbij beperkt worden tot de gevallen, dat de k. aniet kon ge
acht worden te voldoen aan den wettelijken eisch: de aanwijzing
van de ligging van het verhandelde object.
Het Kadaster zou zoodoende zeker gaandeweg in aanzien en
beteekenis winnen voor de ligging der eigendomsgrenzen; con-
sortboekingen, hypothecaire vermengingen en grensconflicten
zouden grootendeels worden voorkomen.
Waar hermeting noodig werd geacht, kon die plaats hebben
zonder vernummering, behoudens bij splitsing, vereeniging, en
zonder de filiatie der kadastrale nummers te verbreken.
F. H. v. d. Linden van Sprankhuizen.
HET ONTWERP-RUILVERKAVELINGSWET.
In een den i2e» April j.l. te Amsterdam gehouden vergadering
van de afdeeling Noord-Holland van de Broederschap van Candi-
daat-Notarissen in Nederland en zijne Koloniën trad de heer
H. H. Kreeftenberg, candidaat-notaris en landmeter van het
kadaster te 's-Gravenhage, als spreker op over het ontwerp-Ruil-
verkavelingswet.
Spr. herinnert eraan, dat de Vereeniging voor Kadaster en
Landmeetkunde met de indiening in 1899 bij den toenmaligen
directeur-generaal van den Landbouw, van eene, door den onlangs
overleden landmeter Hoffmann samengestelde, memorie over
landverlegging, den eersten stoot gegeven heeft tot eene wette
lijke regeling van ruilverkaveling hier te lande.
Het regeeringsvoorstel sluit ruilverkaveling van bouwterreinen,
ii3