Of de ruilverkaveling in het algemeen belang noodzakelijk is
of niet, wordt niet overwogen. Dit is te meer bedenkelijk, om
dat het met de voorgestelde bepaling mogelijk is om elke ruil
verkaveling tegen te houden of door te zetten. Iemand verkoopt
b.v. een sloot in het complex, met recht van wederinkoop, aan
een aantal handlangers, en heeft dan zoowel het indienen eener
aanvrage als de beslissing in de hand.
Spr. meent dat voor de beantwoording der vraag of aan eene
aanvrage om ruilverkaveling gevolg zal worden gegeven, niet
het aantal onderteekenaars maar de inhoud den doorslag moet
geven. Daaruit moet toch duidelijk blijken, dat voor de betrokken
streek ruilverkaveling in het algemeen belang is.
Teneinde het maken van kosten te vermijden, zouden de ge
meentebesturen kunnen onderzoeken, of de feitelijke opgaven der
aanvrage overeenkomstig de waarheid zijn. Gedeputeerde Staten
moeten ook bevoegd zijn om aanvragen af te wijzen.
De centrale commissie behoort daartoe te adviseeren voor die
gevallen, waarin de te bereiken voordeelen twijfelachtig zijn. Om
dat te kunnen beoordeelen, moet de Centrale Commissie voor
namelijk uit landbouwdeskundigen bestaan.
De vertegenwoordiger der centrale commissie, die in de be
trokken streek de noodige gegevens verzamelt, kan tevens uit
nemend propagandistisch werk doen door de menschen erop te
wijzen, dat eigendom niet alleen rechten verleent, maar ook ver
plichtingen oplegt; tegenover de gemeenschap daarin bestaande,
dat de productie zoo hoog mogelijk wordt opgevoerd, en tegen
over den aangrenzenden eigenaar daarin, dat hem niet mag
worden belet om door ruilverkaveling zijn bedrijf te vereen
voudigen en daardoor te geraken tot eene intensieve cultuur.
Dat na de periode van voorbereiding eene vergadering van
eigenaren enz. wordt gehouden, waarin wordt gestemd, is wensche-
lijk, maar aan den uitslag dier stemming moet geen beslissende
beteekenis worden gegeven. Zij moet alleen dienen om te be
oordeelen of de te verwachten gunstige resultaten der ruilver
kaveling er door in gevaar gebracht worden. In dat geval is er
ook geen bezwaar tegen om de opstalhouders, vruchtgebruikers
en houders van het recht van gebruik en bewoning, te doen
meestemmen.
Aan de hand van alle gegevens, en voorgelicht door de Centrale
i 16