gezien het bij uitzondering voorkomt, dat door Particulieren R. v. O. op hun eigendom gevestigd wordt, is het mij meermalen gebleken, dat men de opinie toegedaan is, zelfs door personen, waarvan men anders zou mogen veronderstellen, dat het vestigen van R. v. O. op particulier Eigendom tot de ongeoorloofde daden behoort! Veel, van hetgeen hiervoor geschreven is over afstand in eigen dom, geldt ook voor het uitgeven van perceelen in R. v. O. door het Gouvernement. (Perceelen mogen niet grooter zijn dan 10 Bouws). Vroeger werd R. v. O. alleen uitgegeven voor den tijd van 30 jaren en tegen eene vergoeding in eens van de helft van de afkoopsom, die betaald zou moeten worden, wanneer het in eigendom werd uitgegeven, en dan nog bij uitzondering, wanneer het perceel diende voor inrichtingen van tijdelijken aard. In steden en neder zettingen treft men daarom zelden R. v. O. aan. Bij Gouvernements Besluit van 8 September 1913, N°. 17, (Stbl. N°. 562) zijn vele der beperkende bepalingen voor het uit geven in R. v. O. opgeheven. Men treft thans zelfs perceelen aan die voor 75 jaar, en tegen eene jaarlijksche vergoeding wor den uitgegeven. Bij de grondbedrijven in Ned.-Indië wordt door de Gemeente nooit van het R. v. O. gebruik gemaakt, doch het erfpachtsrecht voor huizenbouw gekozen. Een der motieven, die daarvoor ge golden hebben, is wel gelegen in het feit, dat hier voor over schrijving van dit recht ten name van derden niet 5 verschul digd is; want art. 5 der later te behandelen overschrijvings ordonnantie (Stbl. 1834 N°. 27) stelt alleen belastbaar de over dracht van het recht van Eigendom en het Recht van Opstal daarop. Eene leemte in die ordonnantie, waarin voorzien zal moeten worden. In het besluit van uitgifte in R. v. O. wordt altijd de voorwaarde opgenomen, dat het Gouvernement, na expiratie van den termijn, voor welken het recht verleend is, niet verplicht is de gebouwen over te nemen, doch de opstallen het eigendom blijven van den opstalhouder. Bijzondere bepalingen die we in de contracten van Erfpacht voor huizenbouw bij de Gemeentelijke grondbedrijven aantreffen, zoekt men tevergeefs in deze primitieve contracten van het R. v. O. 119

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1923 | | pagina 119