blik is verkoop in het openbaar uitzondering en onderhandsche afstand op aanvraag regel. Voor uitgifte in Erfpacht komen slechts «woeste» gronden in aanmerking, hetgeen in agrarischen zin beteekent «vrij staats domein» dus niet «onontgonnen» grond, zooals de lezer allicht geneigd zou zijn te denken. Ook komt niet in aanmerking de grond, waarop door Inlanders vroeger rechten zijn uitgeoefend. Het «vrijgemaakt» staatsdomein, door afkoop der Inlandsche rechten, mag niet in R. v. Erfpacht uitgegeven worden. Zulks dient echter niet in engen zin opgevat te worden. Kleine enclaves in een groot perceel en daaraan grenzende kleine stukken, wan neer de Inlander vrijwillig van zijne rechten heeft afstand gedaan, mogen mede in de erfpachtsaanvrage begrepen worden. Ook geldt deze regel niet voor perceelen met eene uitgestrektheid van 25 Bouws, welke bestemd zijn voor den kleinen land- of tuinbouw voor minvermogende Europeanen of met dezen gelijk- gestelden, wanneer de Inlander vrijwillig van zijne rechten afstand gedaan heeft en behoorlijk is schadeloos gesteld. Wij zien ook hier weer, dat het Gouverment optreedt als be schermer van den Inlander. Het zorgt er voor, dat hij zich niet ontdoet van zijn kostbaar bezit niet alleen, maar houdt er tevens rekening mede, dat er voldoende grond voor den Inlander ter beschikking blijft voor de toekomst. Niet alleen gronden bestemd voor de Inlandsche cultuur zijn uitgesloten, ook verschillende gronden in het algemeen belang (publieke bestemming) of om boschbouwkundige, hydrologische of klimatologische belangen, komen niet voor uitgifte in aan merking. Als Erfpachters worden slechts toegelaten: Nederlanders, inge zetenen van Nederland en Nederlandsch-Indië, Vennootschappen van Koophandel gevestigd in Nederland of in Nederlandsch-Indië. In korte trekken zal nu nog aangegeven worden, hoe eene onder handsche erfpachtsaanvrage op Java en Madoera behandeld wordt. Het verzoekschrift tot afstand in R. v. Erfpacht, dat gericht moet zijn aan den Gouveneur-Generaal, wordt ingediend bij den Resident van het betrokken Gewest, die hierop aanteekent den datum van ontvangst, omdat de eerste aanvrager voorrang heeft op dat perceel. 12 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1923 | | pagina 122