mede de op het perceel voorkomende of daaraan grenzende kampongs of andere nederzettingen, zoomede de door de bevolking in cultuur gebrachte gronden zooveel mogelijk zijn aangegeven. In de Buitenbezittingen heeft altijd eene definitieve toezegging of afwijzende beschikking plaats en niet eene voorloopige zoools op Java en Madoera het geval is. Erfpacht voor den kleinen land- of tuinbouw komt niet veel voor en kan daarom buiten beschouwingen gelaten worden. Over de oorzaken hiervan loopen de opinies uiteen. Hiermede stap ik af van de Agrarische Regelingen in Neder- landsch-Indië, in de hoop, dat het geleverde beknopte resumé den lezer een klein denkbeeld heeft bijgebracht van den Agra- rischen toestand van den bodem en daardoor een juister begrijpen van de werkzaamheden en de inrichting van een Kadaster voor deze Gewesten. Opzettelijk is elke critische beschouwing over de gevoerde grondpolitiek door het Gouvernement vermeden, omdat ik daar door mijn doel zou voorbijstreven. Ook de Agrarische toestand in de Zelfbesturende gebieden, waarmee in Deli kennis is ge maakt, is buiten beschouwing gelaten, om niet te ver af te wijken van het groote kadastrale vraagstuk. Het zal den lezer wel opgevallen zijn, dat het geheele grond onderzoek plaats heeft buiten bemoeienis van den Landmeter en tot heden geschiedt door daartoe minder bevoegden. Te ver wonderen is het, dat tot heden, (zoo daartoe stappen zijn gedaan?), geen der Hoofden van den Kadastralen dienst de Regeering heeft kunnen overtuigen van de wenschelijkheid, neen van de dringende noodzakelijkheid, in het belang van de rechtszekerheid, in het belang van het Kadaster, dat de Kadasterambtenaar hierbij zijn stem kan laten hooren, zooals later zal blijken. Wordt vervolgd). J. H. Raeven. 125

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1923 | | pagina 125