Aan den landmeter G. J. Kol kers te Amsterdam is met in
gang van 16 Mei 1923, en aan de landmeters M. W. Abresch,
F. H. van der Linden van Sprankhuizen en E. Molema te
Groningen, J. Th. M. Pollen te Roermond, W. Albers en
D. E. Henrard te Amsterdam, S. J. Posthuma te Utrecht en
D. D. van den Bout te Goes met ingang van 1 Juli 1923 eervol
ontslag verleend.
De candidaat-notaris J. M. Verpaalen, tijdelijk werkzaam aan
de bewaring Rotterdam, is met ingang van 1 Juli 1923 ontslagen.
De verplaatsing van den landmeter M. F. Ferwerda van
Almeloo naar Zutphen gaat niet in 1 Mei 1923, doch 1 Sept. 1923.
De landmeter J. D. Dik is met ingang van 1 Juli 1923 ver
plaatst van Winschoten naar Groningen.
Aan de teekenaar Mej. R. J. J. van Norden te Arnhem is met
ingang van 16 April 1923 op haar verzoek eervol ontslag verleend.
128