1
uit te meten en wanneer deze afstand klein was, konden beide
beelden worden beschouwd als beïnvloed te zijn door dezelfde
plaatselijke vervorming van de gelatine-laag.
Na langdurige toepassing dezer methode bleken echter klima
tologische factoren ongunstig in te werken, zoodat thans weder
elke photografie op eene afzonderlijke plaat wordt opgenomen.
De Kapteij n-«paren» kunnen echter ook als afzonderlijke pho-
tografieën worden beschouwd en zij leveren dan prachtig materiaal
ter bepaling van het aan de veranderlijkheid der gelatine-laag te
wijten deel der geconstateerde afwijkingen, daar de vervorming
dan voor beide beeldpunten dezelfde is, zooals wij bijv. ook
door dubbelmeting van denzelfden hoek in denzelfden rand
stand komen tot de kennis van het bedrag van waarnemings- en
randverdeelingsfouten.
Wanneer het aan de vervorming van de gelatine-laag te wijten
deel der fout £f wordt genoemd, dan is de totale fout van het
eene lid van een Kapteijn-«paar»-. £i -j- ei
en die van het andere lid£2 £f
De som geeft dus: +1/ 2 s2 4 £f
en het verschil: 2 s2 waarin s het deel is der fout
te wijten aan alle oorzaken, behalve de verandering der gelatine-laag.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bij deze Kapteij n-
«.paren* te verwachten afwijkingen.
(±y 2 £2+4£?)
4
3
O
10
7
9
5
6
- '3
7
6
7
6
8
6
7
5
1
7
5
7
6
i3o
ie opname.
2e opname.
Som.
V erschil.
£1 £f)
£2 £f)
1/ 2£2)
io~4 m.m.
io~4 m.m.
10 4 m.m.
io~4 m.m.
7
11
24
4
16
23
15
16
3i
1
16
20
1
l 13